Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone
geregeld op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven
plakken.
Sommige kookpotten maken lawaai wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden.
Dit wil niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de diameter van de kookpot
aan. De bodem van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van
de diameter van de gekozen kookzone.
Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement
van uw kooktafel te verkrijgen.
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 tot 2
Smelten
Opwarmen
2 tot 3
Opzwellen
Ontdooien
3 tot 4
Stoom
4 tot 5
Water
6 tot 7
Zachtjes koken
7 tot 8
Koken Braden
9
Braden Op kooktemperatuur
brengen
Braden
P en
Op kooktemperatuur brengen
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico op brandwonden.
Maak de kookplaat niet schoon als het glas te heet is: risico op brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel
aanbevolen product voor vitrokeramisch glas..
Gebruikt in geen enkel geval apparaten „met stoom" of „druk".
Geen voorwerpen gebruiken die krassen kunnen maken in het glas
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Droog het apparaat met een propere doek.
Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant- en klaargerechten
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
Groenten, vis, vlees
Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
Aardappelen, beignets, platte koeken
Steaks, omeletten
water
Op kooktemperatuur brengen van grote
hoeveelheden water
12