Besturingsknop
Alle parameters worden ingesteld door
middel van een besturingsknop. Deze para-
meters zijn incl. stroom, pulstijd, slope-up
tijd, etc.
Deze besturingsknop is geplaatst aan de rechterkant
van het besturingspaneel. Het digitale display toont de
waarde van de in te stellen parameter. Het symbool
van de parameter wordt aan de rechterkant van het
digitale display weergegeven.
Een parameter kan worden geselecteerd door middel
van de bewuste drukknop in het relevante deel van
het paneel. Een helder indicatielampje geeft de
geselecteerde parameter aan. De besturingsknop
wordt dan gebruikt voor het instellen van een nieuwe
waarde.
Opslag van programmaparameters
Deze functie maakt de opslag van pro-
gramma's mogelijk (vaak gebruikte machine-
instellingen) evenals het schakelen van een compleet
programma, naar een ander. Door het indrukken van
de knop, toont het display een "P" en een nummer:
"1", "2" etc. Ieder nummer bevat een programma met
alle parameters en functies van de machine. Het is
daarom mogelijk voor elke lasklus een programma te
selecteren waarvoor de machine gebruikt wordt.
Het is mogelijk om 10 instellingen voor elk lasproces
op te slaan. (MMA DC en TIG DC) = 20 programma-
instellingen.
Ieder programma kan gekozen worden door :
1. Kies tussen MMA of TIG.
2. Tenslotte, kies programmanummer (P01...P10).
De besturingsknop kan gebruikt worden om te
kiezen tussen de programma's wanneer de knop
ingedrukt wordt.
De laatst gebruikte programma-instelling in de
relevante programmagroep (MMA DC en TIG DC) zal
worden getoond wanneer de programmaknop ge-
kozen wordt.
Downloaded from
www.Manualslib.com
BESTURINGSUNIT
manuals search engine
Lasstroom
De drukknop kan gebruikt worden om de las-
stroom te tonen.
Instelbaar van 5A tot 200A of 250A, afhankelijk van
het machinemodel. Wanneer het lasproces is gestopt,
wordt in het display de ingestelde lasstroom getoond.
Echter, gedurende het lassen wordt de actuele las-
stroom getoond. Wanneer tijdens het pulslassen ge-
wisseld wordt tussen lasstroom en basisstroom en dit
wisselen gaat sneller dan we kunnen waarnemen
wordt automatisch de gemiddelde waarde getoond.
Parametersymbolen
Symbolen die weergegeven worden bij de
geselecteerde parameter.
Lasspannings-indicator
De
lasspanning-indicator
heidsredenen op om aan te tonen dat er spanning
over de aansluitpluggen staat.
Temperatuur-indicator
De temperatuur-indicator licht op als het
lassen onderbroken wordt door oververhitting van de
machine.
Voedingsfout-indicator
De voedingsfout-indicator licht op wanneer de
spanning meer dan 15% lager is dan de vereiste
spanning.
Koelingsfout
Koelingsfout wordt getoond in geval van het
aansluiten van een verkeerd type lastoorts, of als de
toorts niet aangesloten is. Als een waterdoorstroomkit
is geselecteerd, zal de koelingsfout indicator aange-
ven dat er problemen zijn met de koelunit.
88
licht
uit
veilig-