Ventilatie, afbeelding 4
In verband met de ventilatie van de kookplaat zijn de volgende
punten noodzakelijk:
een opening aan de bovenzijde van de achterwand van het
■
meubel (afbeelding 4a).
ruimte tussen de achterzijde van het meubel en de
■
keukenwand (afbeelding 4b).
Installeren van het apparaat, afbeeldingen 5/7
De kookplaat plaatsen, (afbeelding 5).
Sluit het apparaat op de stroom aan en controleer de werking.
Spanning, zie gegevensplaatje.
■
Sluit het alleen aan volgens het aansluitschema
■
(afbeelding 7).
1. Bruin
2. Blauw
3. Geel en groen
Plaats de kookplaat in de beschikbare opening in het
werkblad met een diepte van 500 mm, (afbeelding 6)
Markeer het midden van de vrije ruimte van het werkblad.
1.
Plaats de kookplaat.
2.
Lijn de merken van het kader van de kookplaat uit met die
3.
van het werkblad.
Voeg de kookplaat in.
4.
Wijzigen van de vermogensintensiteit voor de
aansluiting 13 / 16 / 20 Ampère, afbeelding 8
Alvorens de plaat voor het eerst in te schakelen, moet u
controleren of de plaat op de correcte vermogensintensiteit
aangesloten is.
Om de vermogensintensiteit van de plaat te wijzigen, moet u
onderstaande stappen uitvoeren:
Schakel de kookplaat in met de hoofdschakelaar. Plaats
1.
geen enkele pan op de kookzones.
Stel tijdens de volgende 60 seconden alle kookzones op de
2.
gewenste vermogensstand volgens de vereiste
vermogensintensiteit, zie tabel.
Vermogensstand
Vermogensintensiteit in Ampère
A 20
‚
A 16
ƒ
A 13
„
Schakel de kookzones één voor één uit, beginnend bij de
3.
kookzone onderaan rechts, linksom.
Op de visuele indicator van de kookzones aan de rechterkant
4.
wordt de geselecteerde vermogensintensiteit getoond.
Schakel de kookplaat uit met de hoofdschakelaar.
5.
De geselecteerde vermogensintensiteit werd correct bewaard.
Het apparaat demonteren
Sluit het apparaat af van het verdeelnet.
Neem de kookplaat uit door van beneden af druk uit te
oefenen.
Attentie!
Schade aan het apparaat! Probeer het apparaat niet uit te
nemen door hem van bovenaf uit te wippen.
23