Leidingsysteem:
Deze lenspomp is ontworpen voor gebruik met een flexibele slang. Stijve leidingen of buizen kunnen de pomp en de afvoer
van de pomp beschadigen.
Factoren die de doorstroming van de lenspomp verminderen kunnen onder andere zijn:
• De lengte van de afvoerleidingen (lange trajecten verminderen de doorstroming)
• Het aantal of de scherpte van de bochten
• De ruwheid van de binnenoppervlakken van de leidingen en fittingen (een slang met een gladde binnenzijde is
het beste)
• De doorstromingsverlaging (slangvertraging) in de diameter van onderdelen van het afvoersysteem zoals
regelkleppen en rompdoorvoeren
Bevestig de afvoerslang op de slangtule met roestvrijstalen slangklemmen.
Een afvoeraansluiting voor een rompdoorvoer moet zich minimaal 20,3 cm (8") boven de hellende waterlijn bevinden om
te voorkomen dat er water van buiten naar binnen wordt geheveld. De afvoer mag onder de maximaal hellende waterlijn
worden aangebracht als de afvoerleiding is voorzien van het volgende:
• Een buitenboordklep geïnstalleerd conform de vereisten van ABYC H-27, Buitenboordkleppen, rompdoorvoeren en
afvoerpluggen, en
• Een ontluchte lus of een ander middel dat voorkomt dat er water de boot in hevelt. Voor dit doel mag geen
regelklep gebruikt worden.
Als de afvoeren van verschillende pompen met een verdeelstuk op één rompdoorvoerfitting worden aangesloten, moet
het systeem dusdanig worden ontworpen dat de werking van de ene pomp geen terugstroming veroorzaakt in een andere
pomp en dat het gelijktijdig werken van pompen de pompcapaciteit van het systeem niet vermindert. Er mag in het
verdeelsysteem geen regelklep worden gebruikt.
Er mag alleen een regelklep worden gebruikt als dat nodig is om te voorkomen dat een automatische lenspomp aan en
uitschakelt als gevolg van terugstroming uit de afvoerleiding.
De slangaansluitingen moeten worden vastgemaakt met een niet-corroderende klem of mechanisch met permanent
bevestigde eindfittingen zoals een gefelste mof. Schroefdraadinzetten moeten worden bevestigd met corrosiebestendige
metalen klemmen.
De beste methode: Bevestig de slang
met twee roestvrijstalen klemmen op
de slangtule.
Tijdens het winterklaar maken van een schip is het raadzaam om de regelklep te verwijderen (indien aanwezig) en resterend
water uit de leidingen af te tappen.
Let op: de regelklep mag NIET gebruikt worden in
combinatie met een elleboogfitting. De combinatie
van regelklep en elleboog beperken de doorstroming
enorm.
34
Maatschema
5.9"/15.0cm
3"/7.6cm
Bevestigingsopeningen
4.86"/12.3cm
2.35"/5.9cm
1.8"/4.5cm
Bevestigingsopeningen
Stroomcurven
14
12
10
8
6
4
2
0
0
100
200
300
8.9"/22.6cm
3"/7.6cm
Prestatie bij 12 V
1-1/8" adapter
1" adapter
3/4" adapter
400
500
600
700
800
Stroming (GPH)
900
35