OT
OB
OC
OF
SC
ESC
7.1 Beveiligingssystemen
7.1.1 Anti freeze (beveiliging tegen bevriezing van het water in het systeem)
Als water van vloeistof overgaat in vaste toestand, neemt het toe in volume. Daarom moet worden vermeden
dat het systeem vol water blijft bij temperaturen rond het vriespunt, om breuk van het systeem te voorkomen.
Om deze reden wordt geadviseerd elke elektropomp te legen wanneer hij niet gebruikt wordt tijdens de winter.
Dit systeem is echter beveiligd tegen ijsvorming in het systeem doordat de elektropomp wordt aangedreven in
het geval dat de temperatuur onder waarden vlak boven het vriespunt daalt. Op deze manier wordt het water in
het systeem verwarmd en bevriezing voorkomen.
De Anti-Freeze-beveiliging functioneert alleen als het systeem normaal wordt gevoed: als de stekker uit
het stopcontact is gehaald of als er geen stroom is, kan de beveiliging niet werken.
Het is echter raadzaam het systeem niet gevuld te laten tijdens lange periodes van inactiviteit: leeg het
systeem zorgvuldig en berg het op een beschutte plek op.
7.2 Beschrijving van de blokkeringen
7.2.1 "BL" Blokkering wegens ontbreken water
Bij condities van een debiet dat lager is dan de minimumwaarde met een druk die lager is dan de ingestelde
regeldruk, wordt gesignaleerd dat er geen water is en schakelt het systeem de pomp uit. De tijd voor voortzetting in
afwezigheid van druk en stroming wordt ingesteld via parameter TB in het menu TECHNISCHE SERVICE.
Indien er per abuis een druk setpoint wordt ingesteld dat hoger is dan de druk die de elektropomp bij sluiting kan
opbrengen, signaleert het systeem "blokkering wegens ontbreken water" (BL) ook als het in dit geval niet om het
ontbreken van water gaat. In dit geval moet de regeldruk verlaagd worden tot een redelijke waarde, die normaal
gesproken niet hoger is dan 2/3 van de opvoerhoogte van de geïnstalleerde elektropomp.
7.2.2 "BP1" Blokkering wegens defect op de druksensor
In het geval dat de inverter een probleem op de druksensor detecteert, blijft de pomp geblokkeerd en wordt de fout
BP1 gesignaleerd. Deze status begint zo gauw het probleem wordt vastgesteld en eindigt automatisch op het moment
dat de juiste condities worden hersteld.
7.2.3 "LP" Blokkering wegens lage voedingsspanning
Wordt actief zodra de lijnspanning op de voedingsklem onder de minimaal toegestane spanning van. Herstel vindt
alleen automatisch plaats, op het moment dat de spanning op de klem teruggaat naar de gespecificeerde waarde.
7.2.4 "HP" Blokkering wegens hoge interne voedingsspanning
Wordt actief zodra de interne voedingsspanning een waarde aanneemt die buiten de specificaties valt. Herstel vindt
alleen automatisch plaats op het moment dat de spanning weer binnen de toegestane waarden ligt. Dit kan te wijten
zijn aan schommelingen in de voedingsspanning of een te bruuske stop van de pomp.
7.2.5 "SC" Blokkering wegens directe kortsluiting tussen de fasen van de uitgangsklem
De inverter heeft een beveiliging tegen directe kortsluiting die kan optreden tussen de fasen van de uitgangsklem
"PUMP". Wanneer deze blokkeringsstatus wordt gesignaleerd, kan men proberen de werking te herstellen door
tegelijkertijd op de toetsen + en – te drukken. Dit heeft hoe dan ook geen effect voordat er 10 seconden zijn
verstreken vanaf het moment waarop de kortsluiting zich voordeed.
7.3 Handmatige reset van de foutcondities
Als er een foutstatus actief is, kan de gebruiker de fout wissen door een nieuwe poging te forceren door de toetsen +
en - in te drukken en weer los te laten. De fout "OF" kan alleen worden gereset nadat er minstens 10 s zijn verstreken
sinds het moment waarop hij is opgetreden.
7.4 Automatisch herstel van foutcondities
Voor bepaalde storingen en blokkeringen probeert het systeem de werking van de elektropomp automatisch te
herstellen.
Het automatische herstelsysteem heeft met name betrekking op:
-
"BL"
Blokkering wegens ontbreken water
Blokkering wegens oververhitting van de eindvermogenstrappen
Blokkering wegens oververhitting van de printplaat
Blokkering wegens te hoge stroom in de motor van de elektropomp
Blokkering wegens te hoge stroom in de uitgangstrappen
Blokkering wegens directe kortsluiting tussen de fasen van de uitgangsklem
Blokkering wegens kortsluiting naar aarde
Tabel 31: indicatie van de blokkeringen
NEDERLANDS
239