NA HET KOKEN
58
Indien de veiligheidspen (J) niet zakt, zet uw
snelkookpan onder een koudwaterkraan - fig. 21.
Kom nooit tussen voor deze veiligheidspen.
Na het koken van vlees met een vel (zoals rundstong...),
dat onder druk kan opzwellen, het vlees niet inprikken
zolang het vel er gezwollen uitziet; u loopt het risico u te
verbranden.
Voor papperige voedingswaren die oplossen en/of
schuimen tijdens het koken, zoals rijst, peulvruchten,
gedroogde groenten, compotes, pompoen, courgettes,
wortels, erwtjes, rabarber enz. uw snelkookpan enkele
minuten laten afkoelen en dan afkoelen onder koud
water. Schud lichtjes met de snelkookpan voor u ze
opendoet om te vermijden dat er stoombellen opspatten
waaraan u zich zou kunnen verbranden. Deze handeling
is vooral belangrijk bij een snelle afvoer van stoom of na
afkoeling onder water van de kraan.
Verplaats uw snelkookpan onder druk met een maximum
aan voorzorgen. Raak de warme oppervlakken niet aan.
Gebruik de handgrepen om uw snelkookpan vast te
nemen en te verplaatsen. Verplaats ze niet met de hendel
van het deksel om te vermijden dat ze plots opengaat.
Gebruik ovenhandschoenen indien de handgrepen van de
pan van metaal zijn.
Zorg ervoor dat het ventiel in de stand drukaflaat staat
voor u de snelkookpan opendoet. De veiligheidspen (J)
moet in de lage stand staan.
Het openen van de snelkookpan nooit forceren. Zorg
ervoor dat het drukniveau in de pan weer gedaald is.
De veiligheidspen (J) moet in de lage stand staan. (Zie
hoofdstuk 'veiligheden').