De standfasedemping van het heupscharnier is
te sterk ingesteld.
De staplengte is te groot ingesteld.
De protheseopbouw is niet optimaal.
De gekozen functionele prothesecomponenten
zijn niet optimaal voor de patiënt.
INFORMATIE
Verander de instelling van de standfasedemping met kleine stapjes tegelijk en controleer voort
durend of de demping nog verder kan worden versterkt. Voor de prothesedrager is het belang
rijk dat de prothesezijde tijdens de standfase zo lang mogelijk kan worden belast.
Door de sterke demping is het mogelijk de standfasebeweging op het bewegende heupschar
nier uit te voeren en hoewel het ongewoon aanvoelt, moet de prothesedrager dit bij het proeflo
pen net zo lang oefenen tot hij het onder de knie heeft! Neem de tijd die ervoor nodig is om dit
belangrijke proces te begrijpen en uit te leggen en om het met de prothesedrager te oefenen.
Alleen dan heeft de prothesedrager optimaal profijt van de voordelen van dit product.
5.7 Afwerking van de testprothese
Maximale abductie/adductie
1) Gebruik voor het vastschroeven van de ingietplaat aan de heupprothesekoker in het frontale
vlak de in de afbeelding gemarkeerde boorgaten van de ingietplaat (zie afb. 9)
Het heupscharnier kan dan desgewenst worden afgesteld op maximale abductie/adductie (zie
afb. 10).
2) Aan de onderkant van de ingietplaat kunnen alle boorgaten worden gebruikt voor het vast
schroeven van de plaat aan de bekkenkorf.
Maximale indo-/exorotatie – Gebruik van de onderlegpaat
INFORMATIE
De onderlegplaat 4G576 is uitsluitend bedoeld voor de tijd dat de proefprothese wordt gedra
gen. Zorg er bij het vervaardigen van de definitieve heupprothesekoker voor dat u de ingietplaat
aanbrengt met voldoende exorotatie en dat de bekkenkorf een laminaatdikte heeft van mini
maal 2,5 mm.
Indien het onderstuk van het heupscharnier de heupprothesekoker bij deze laminaatdikte raakt,
kan het laminaat op deze plaats worden afgeschuurd.
INFORMATIE
Let erop dat u de anterieure aandrukspie bij het gipsen van de bekkenkorf ca. 5° naar buiten
geroteerd aanzet.
► Gebruik voor de tijd dat de testprothese wordt gedragen, de meegeleverde onderlegplaat (zie
afb. 13).
→ Zo kunnen de maximale endo- en exorotatie van het heupscharnier worden ingesteld en kan
hiervan gebruik worden gemaakt zonder dat de achterste stuuras de ingietplaat raakt.
Heupscharnier: geen strekking bij hielcontact
Oorzaak
Mogelijke oplossing
Verminder de standfasedemping.
Versterk de zwaaifasedemping.
Controleer en optimaliseer de sagittale prothe
seopbouw onder belasting (hoofdstuk 'Basis
opbouw' zie pagina 114).
Controleer de gekozen functionele prothese
componenten en vervang deze zo nodig door
andere.
119