Operationele Status/Foutsignalen; Statusmeldingen - Ottobock Genium 3B1-3 Gebrauchsanweisung

Neem de gebruiksaanwijzing in acht
Controleer de instellingen van het product met de daarvoor bedoelde instelsoftwa­
re van Ottobock Data Station.

16.2 Operationele status/foutsignalen

De operationele status van de prothese en fouten en storingen worden kenbaar gemaakt door
middel van piep- en trilsignalen.

16.2.1 Statusmeldingen

Acculader aangebracht/verwijderd
Piepsignaal
1 x kort
Omschakeling naar een andere modus
INFORMATIE
Bij een geactiveerde Mute-modus (stille modus) klinken er geen piepsignalen en worden er
geen trilsignalen afgegeven.
INFORMATIE
Als de parameter Volume in de Cockpit App is ingesteld op "0", worden er geen piepsignalen
gegeven (zie pagina 323).
Piepsignaal Trilsignaal
1 x kort 1 x kort
1 x lang 1 x lang
1 x kort 1 x kort
2 x kort 2 x kort
3 x kort 3 x kort
338
Trilsignaal
3 x lang
1 x voor piepsignaal
Uitgevoerde aanvullende
actie
Omschakeling naar een
andere modus met de Cock­
pit App
Wippen op de voorvoet en
vervolgens het prothesebeen
ontlast
Prothesebeen ontlast en 1
seconde stilgehouden
Prothesebeen ontlast en 1
seconde stilgehouden
Prothesebeen ontlast en 1
seconde stilgehouden
Gebeurtenis
Laadmodus gestart (3 sec. na aanbrengen van
de acculader)
Zelftest met succes voltooid, product is gereed
voor gebruik
Gebeurtenis
Met de Cockpit App omgescha­
keld naar een andere modus.
Wippatroon herkend.
Omgeschakeld naar de basismo­
dus (modus 1).
Omgeschakeld naar MyMode 1
(modus 2).
Omgeschakeld naar MyMode 2
(modus 3).