Tabel 10. Hoofdscan-compatibiliteit – Tijdens de MRI-scan (vervolg)
Comfort van patiënt
Trekken en/of trillen van de
neurostimulator
Hoofdscan-compatibiliteit – Na de MRI-scan
Tabel 11. Hoofdscan-compatibiliteit – Na de MRI-scan
Feedback van de patiënt
De therapie weer aanzetten
en terugzetten op de oor-
spronkelijke therapie-instellin-
gen
2020-01-01 MRI-richtlijnen voor DBS-systemen van Medtronic 37601 37602 37603 37612
De patiënt kan tijdens de MRI-scan warmte voelen
op de implantatieplaats van de neurostimulator.
Stop de MRI-scan onmiddellijk als de patiënt de
warmteontwikkeling als onaangenaam ervaart.
Tijdens de MRI-scan kan de patiënt de neurostimu-
lator voelen trekken en/of trillen. Stop de MRI-scan
als de patiënt het trekken of trillen als zeer onaan-
genaam ervaart.
Controleer de patiënt op mogelijke bijwerkingen als
gevolg van de MRI-scan.
Meld het optreden van bijwerkingen aan Medtronic.
Laat de patiënt zich na afloop van de scan bij de
DBS-arts melden om de therapie terug te laten zet-
ten op de oorspronkelijke instellingen.
Of laat de patiënt, als hij/zij een patiëntenprogram-
meerapparaat naar de MRI-afspraak heeft meege-
nomen, zelf (buiten de scannerruimte) de MRI-
modus afsluiten, de therapie weer aanzetten of de
therapie op oorspronkelijke instellingen terugzetten.
Opmerking: Als het synchroniseren van het pro-
grammeerapparaat met de neurostimulator niet lukt
of als de therapie niet weer kan worden aangezet of
er een scherm verschijnt met de tekst "POR"
(reset), verwijst u de patiënt naar de DBS-arts. Meld
het optreden van een POR (reset) aan Medtronic.
Nederlands 147
B35200