de vaatwasmachine.
–
Gebruik geen schurende of harde schoonmaakmiddelen of schoonmaakmiddelen die alcohol
bevatten.
–
Na het schoonmaken, spoel alle oppervlakken goed af met schoon water voordat men deze
geheel afdroogt. Wanneer men de stekker weer in het stopcontact stopt moet men ervoor zorgen
dat men droge handen heeft.
–
Draai de temperatuurcontrole naar de maximale stand. Na 24 uur, kan de temperatuurcontrole
naar de originele stand teruggezet worden.
–
Pas op dat men niet het waarderingsplaatje in de kast beschadigd of verwijderd tijdens het
schoonmaken.
–
Om energie te besparen, moeten de condensor en de compressor (aan de achterkant) voorzichtig
tenminste twee keer per jaar schoongemaakt worden met een handborstel of stofzuiger.
Probleemoplosser
Bepaalde typische geluiden kunnen gehoort worden wanneer het apparaat aangezet is. Deze geluiden
zijn:
–
veroorzaakt door de elektrische motor in de compressor opbouw;
tijdens het opstarten van de compressor, zal de geluidslevel voor
korte tijd vermeerderen.
–
veroorzaakt door de koelvloeistof welke door het circuit stroomt.
De volgende tabel geeft een lijst van mogelijke defecten aan, met mogelijke oorzaken en oplossingen.
In geval van een gebruiksprobleem, controleer eerst of men een oplossing kan vinden met gebruik
van de tabel. Wanneer het probleem aanhoud, verwijder het apparaat van het stroomnet en contact
onze Klantenservice Afdeling.
Probleem
De unit werkt niet.
De unit verwekt niet
genoeg koeling.
H e t
n o r m a l e
gebruiksgeluid verandert
of word luider.
Mogelijke oorzaak en oplossing
Controleer dat
–
de schakelaar in de stoppenkast in het huis is aangezet.
–
het stopcontact werkt. Dit kan men doen door een ander elektrisch
apparaat aan te sluiten en te controleren of het werkt.
Controleer dat
–
te veel voedsel is opgeborgen in de unit.
–
de thermostaat is in de ‚MIN' positie gezet (in dit geval zet men het
naar een geschikte hogere waarde).
–
de deur is niet juist gesloten.
–
er is te veel stof op de condensator.
–
de unit is te dicht bij een muur of ander voorwerp aan de
achterkant of zijkanten.
Controleer dat
–
de unit is juist geplaatst is.
–
voorwerpen of versperringen raken de achterkant van de unit aan.
–
er zijn voorwerpen op de unit welke kunnen vibreren.
36