8.1 Demontage
Het beademingsapparaat moet voor het reinigen altijd op de aangegeven wijze
worden gedemonteerd.
Adult (6.1), Paediatric (6.2), Neonate (6.3)
let op
Probeer de patiëntconnector niet los te koppelen van de patiëntklep (permanen-
te druksluiting).
Demonteer onderdelen niet verder dan getoond.
De ballonconnector mag tijdens de reinigings- en sterilisatieprocedure niet van
de ballon worden losgekoppeld.
8.2 Reinigingsprocedure
De volgende reinigingsmethode is gevalideerd conform de AAMI TIR 12-norm.
Ambu verleent geen garantie met betrekking tot andere reinigings- en sterilisatie-
methoden dan de gevalideerde methode die hier wordt beschreven. De gevalideer-
de methode specificeert reiniging door een wasmachine met gebruikmaking van
reinigingsmiddelen.
Demonteer de apparaten voordat u ze in de wasmachine plaatst en programmeer
de wasmachine met de volgende instellingen. Plaats de apparaten zodanig in de
wasmachine dat water er weer uit kan lopen:
Fase
Recirculatieduur
Watertemperatuur Type en concentratie rei-
(minuten).
138
Voorwascyclus 1 02:00
Enzymatische
wascyclus
Wascyclus 1
Spoeling 1
Droog de apparaten grondig.
Sterilisatie door zwaartekracht: autoclaveer met stoom door een volledige cyclus uit
te voeren bij 134 graden Celsius gedurende 10 minuten bij een standaard druk en
droog vervolgens gedurende 30 minuten.
8.3 Onderdelen die kunnen worden gereinigd en gesteriliseerd
Toepasbare methoden
X Toepasbaar O Niet toepasbaar
Patiëntklep
Ballon
Inlaatklep
nigingsmiddel (indien
Verlengslang
van toepassing)
Koud leidingwater N.v.t.
02:00
Heet leidingwater
Enzymatisch reinigings-
middel
02:00
60 °C (140 °F)
Enzymatisch reinigings-
(instelwaarde)
middel
0: 1 5
Heet leidingwater
N.v.t.
(60 °C) (140 °F)
Machinale reiniging
X
X
X
X
Desinfectie & sterilisa-
tie Autoclaveren 134°
X
X
X
X