nog 20-30" na het aanmaken ingedrukt, zodat het vei-
ligheidsysteem kan beginnen te werken. Stel vervolgens
de meeste geschikte temperatuur af op grond van de
bereiding
De gasoven met waakvlam aan- en uitmaken - (Oven
FG en Oven T - Fig. 5)
Aanzetten: open de ovendeur, druk en draai de knop
op stand
en terwijl men hem ingedrukt houdt de
waakvlam aansteken met de piëzo-elektrische ontsteker
of met een lucifer. Controleer deze handeling via de ope-
ning in de bodem. Houd de knop ongeveer nog 20" na
het aanmaken ingedrukt, zodat het veiligheidsysteem kan
beginnen te werken. Stel vervolgens de meeste geschikte
temperatuur af op grond van de bereiding.
DE ELEKTRISCHE OVENS INBEDRIJFSTELLEN
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE ELEKTRISCHE
OVEN TYPE FE (Fig. 6)
Door de knop (23) naar rechts of links te draaien, kiest u
het type bereiding, boven- en/of onderwarmte. Op één
van deze standen gaat het groene controlelampje (25)
branden = er staat spanning op het apparaat.
Door de draaiknop (24) op de gewenste temperatuur te
draaien, worden de weerstanden ingeschakeld, gaat het
controlelampje (26) branden en gaat uit als de gekozen
temperatuur wordt bereikt en de weerstanden uitgaan.
Om de oven uit te schakelen, draait u de thermostaat op
stand ( ) en de kiezer op stand (O).
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE ELEKTRISCHE
OVEN TYPE FE1 EN FE2 (Fig. 7)
Bij dit type oven komt de verwarming van de achterkant
van de oven. Er is echter een ventilator die de warmte
gelijkmatig over de hele oven verdeelt. Door de draaiknop
(24) op de gewenste temperatuur te draaien, wordt de
weerstand ingeschakeld, gaat het controlelampje (26)
branden en gaat uit als de gekozen temperatuur wordt
bereikt en de weerstand uitgaat. Om de oven uit te schake-
len, draait u de thermostaat op stand (O).
Bij de eerste klik van de draaiknop kan voor de koel-
ontdooifuncties alleen de ventilator worden ingeschakeld.
UITSCHAKELEN
Uitschakelen in geval van storing of slechte werking.
Ontkoppel de gastoevoer van het apparaat en de stroom-
toevoer in geval van een storing of slechte werking.
Waarschuw de hulpdienst.
Functioneren na langdurige onderbreking van de
werking
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, maakt u
het grondig schoon en sluit u zowel de gas- als elektrici-
teitsvoorziening af.
ZORG VOOR HET APPARAAT
LET OP!
- Voor de reiniging zet u het apparaat uit en laat u het
afkoelen.
- Als het apparaat elektrisch wordt gevoed, drukt u op de
schakelaar om de stroomvoorziening uit te schakelen.
Een zorgvuldige dagelijkse reiniging van het apparaat
garandeert een perfecte werking en een lange levensduur.
De stalen oppervlakken moeten met een zachte doek met
in heet water opgelost afwasmiddel worden gereinigd.
Voor hardnekkiger vuil gebruikt u ethylalcohol, aceton of
ander niet gehalogeneerd oplosmiddel. Gebruik geen
schuur- of bijtende middelen, zoals zoutzuur of zwa-
velzuur. Het gebruik van zuren kan de werking en de
veiligheid van het apparaat schaden.
Gebruik geen borstels, schuursponsjes of schuurschijven
gemaakt van andere metalen of legeringen die roest-
vlekken door vervuiling hiermee kunnen veroorzaken.
Voorkom om dezelfde redenen aanraking met ijzeren
voorwerpen.
Kijk uit met roestvrij stalen sponsjes of borstels, die
schadelijke krassen kunnen veroorzaken, ook al vervuilen
ze de oppervlakken niet.
Als het vuil erg hardnekkig is, geen schuurpapier
gebruiken. We raden aan liever synthetische sponsjes te
gebruiken (bijv.scotch brite sponsjes).
Gebruik ook geen zilverpoets, en kijk uit voor dampen
van zout- en zwavelzuur, afkomstig van bijvoorbeeld de
vloerreiniging.
Richt geen waterstralen op het apparaat om het niet
te beschadigen.
Na de reiniging zorgvuldig afspoelen met schoon water en
goed met een doek afdrogen.
| 167
NL