nEDERlanDs
56
-
Snelheid 1 is met name geschikt voor zacht fruit en zachte groenten zoals watermeloen, druiven,
tomaten, komkommer en frambozen.
-
Snelheid 2 is geschikt voor alle andere soorten fruit en groenten.
4
Doe de voorgesneden stukken in de vultrechter en duw de stukken met de stamper
voorzichtig naar beneden richting het ronddraaiende filter.
Oefen niet te veel druk uit op de stamper, omdat dit een negatief effect kan hebben op de kwaliteit
van het sap en het filter er zelfs door tot stilstand kan komen.
Steek nooit uw vingers of een voorwerp in de vultrechter.
5
Verwerk alle ingrediënten en wacht totdat er geen sap meer uit de tuit stroomt. Schakel
vervolgens het apparaat uit en wacht totdat het filter tot stilstand is gekomen.
6
Giet het sap vanuit de kan in het glas.
De uitneembare schuimscheider scheidt het schuim van het sap (fig. 8).
,
tips
-
Gebruik verse vruchten en groenten, omdat deze meer sap bevatten. Bij uitstek geschikt om te
verwerken in een sapcentrifuge zijn ananas, rode bieten, bleekselderij, appels, komkommer,
wortels, spinazie, meloen, tomaten, sinaasappels en druiven.
-
U hoeft dunne schilletjes en vliesjes niet te verwijderen. Alleen de dikke schillen, bijvoorbeeld die
van sinaasappels, ananas en ongekookte rode bieten, moeten worden verwijderd. Verwijder ook
de witte binnenschil van citrusvruchten, omdat die een bittere smaak heeft.
-
Als u vruchten met pitten wilt verwerken tot sap, verwijder de pit dan voordat u de vruchten in
het apparaat doet.
-
Appelsap wordt heel snel bruin. U kunt dit proces vertragen door een paar druppels citroensap
toe te voegen.
-
Vruchten die zetmeel bevatten, zoals bananen, papaja's, avocado's, vijgen en mango's, zijn niet
geschikt om in de sapcentrifuge te verwerken. Gebruik een keukenmachine, een blender of een
staafmixer om deze vruchten te verwerken.
-
Bladeren en bladstelen van bijvoorbeeld sla kunnen ook in de sapcentrifuge worden verwerkt.
-
De sapcentrifuge is niet geschikt voor het verwerken van zeer harde en/of vezelrijke of
zetmeelrijke vruchten en groenten, zoals suikerriet.
schoonmaken
-
Het apparaat is gemakkelijker schoon te maken als u dat direct na gebruik doet.
-
Gebruik nooit schuursponzen, schurende schoonmaakmiddelen of agressieve vloeistoffen zoals
alcohol, benzine of aceton om het apparaat schoon te maken.
-
Alle afneembare onderdelen kunnen in de vaatwasmachine worden gereinigd.
1
Schakel het apparaat uit, haal de stekker uit het stopcontact en wacht totdat het filter tot
stilstand is gekomen.
2
Verwijder de vuile onderdelen van de motorunit. Ga als volgt te werk:
-
Verwijder de pulpopvangbak;
-
Verwijder de stamper;
-
Open de dekselklemmen;
-
Verwijder het deksel.
3
Verwijder de sapopvangbak samen met het filter en verwijder de tuit vervolgens van de
sapopvangbak (fig. 9).
4
Maak met een schoonmaakborsteltje alle onderdelen, met uitzondering van de motorunit,
schoon in warm water met een beetje afwasmiddel en spoel ze af onder de kraan.