Beeld 3-1
Gunstige en ongunstige inbouwposities
Extra maatregelen tegen het binnendringen van vloeistoffen
Voorkom met extra maatregelen het binnendringen van vloeistoffen, indien u door de omstandigheden gedwongen bent om
de positieregelaar in een ongunstige inbouwpositie te gebruiken.
De noodzakelijke aanvullende maatregelen tegen het binnendringen van vloeistoffen zijn afhankelijk van de gekozen
inbouwpositie. U hebt in voorkomende gevallen bovendien nodig:
● Schroefverbinding met pakkingring, bijv. FESTO: CK - 1 / 4-PK-6
● Kunststofslang ca. 20 tot 30 cm, bijv. FESTO: PUN - 8 x 1,25 SW
● Kabelbinder, het aantal en de lengte is afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden.
De werkprocedure
1. Monteer de buisaansluiting zo, dat regenwater of condenswater, dat langs de buizen loopt, voor de aansluitstrip van de
positieregelaar kan afdruipen.
2. Dichtingen van de elektrische aansluitingen ten aanzien van hun correcte zitting controleren.
3. Dichting in het deksel van het huis ten aanzien van beschadigingen en verontreinigingen controleren. Indien nodig
schoonmaken resp. vervangen.
4. De positieregelaar zo monteren, dat de geluiddemper van gesinterd brons aan de onderkant van het huis in de verticale
inbouwpositie omlaag gericht is. Wanneer dit niet mogelijk is, vervangt u de geluiddemper door een passende wartel met
een kunststofslang.
Werkprocedure kunststofslang aan de wartel monteren
1. Schroef de geluiddemper van gesinterd brons uit de ontluchtingsopening aan de onderkant van het huis los.
2. Schroef in de ontluchtingsopening de b.g. wartel vast.
3. Monteer de b.g. kunststofslang aan de wartel en controleer de correcte bevestiging.
4. Bevestig de kunststofslang met een kabelverbinder zo aan de armatuur, dat de opening naar onderen gericht is.
5. Zorg ervoor, dat de kunststofslang geen knik vertoont en de afvoerlucht er ongehinderd kan uitstromen.
3.5
Positieregelaars, die aan sterke acceleraties of trillingen blootgesteld zijn
3.5.1
Aanwijzingen voor gebruik
De elektropneumatische positieregelaar heeft een slipkoppeling en een omschakelbare overbrenging. Daarmee is de
positieregelaar universeel inzetbaar op zwenk- en schuifaandrijvingen. Daarom hoeft u bij zwenkaandrijvingen niet op het
nulpunt en bij schuifaandrijvingen niet op een symmetrische montage te letten. Het werkbereik kunt u achteraf instellen met
behulp van de slipkoppeling.
De omschakelbare overbrenging geeft u bovendien de mogelijkheid de positieregelaar aan te passen aan een kleine of
grote slag.
Aan mechanisch sterk belaste armaturen (bijvoorbeeld losbrekende kleppen, sterk schokkende of trillende kleppen en bij
"stoomhamer" treden sterke acceleratiekrachten op, die ver boven de gespecificeerde waarden kunnen liggen. Daardoor
komt het in uitzonderlijke situaties tot het verstellen van de slipkoppeling.
SIPART PS2 (6DR5...)
A5E03436620-02, 01/2013
255