BEDRIjF MET NETSPANNING
De dompelpompen zijn voorzien van bimetaal-tempera-
tuurschakelaars die moeten worden aangesloten conform
het bijgevoegde schakelschema. De temperatuurklasse
bij bedrijf met netspanning is T4.
BEDRIjF MET oMVoRMER
Dompelpompen die worden gebruikt met een frequentie-
omvormer moeten zijn voorzien van PTC-weerstanden,
aan te sluiten conform het bijgevoegde schakelschema.
De maximaal toelaatbare frequentie bij bedrijf is vermeld
op het op het typeplaatje van het materieel. De tempera-
tuurklasse van de dompelpompen bij bedrijf met omvor-
mer is T3.
MATERIEEL MET INTRINSIEKE VEILIGHEID
Als de dompelpomp is voorzien van elektrisch materieel
met intrinsieke veiligheid, zijn de leidingen hiervan blauw
gemarkeerd. Deze leidingen moeten worden aangesloten
conform de desbetreffende technische regels en normen
en conform het bijgevoegde aansluitschema. De elektri-
sche gegevens voor de ingebouwde componenten met
intrinsieke veiligheid zijn: Ui = 28 V, li = 300 mA, Pi = 1,3
W.
GEVAAR DooR VoNKVoRMING
Let op!
Mechanisch veroorzaakte vonken kunnen brandbare
gassen en dampen ontsteken. De pomphydrauliek
mag daarom nooit worden gebruikt zonder dat deze
volledig met pompvloeistof is gevuld. Tijdens het
monteren of demonteren van de dompelpomp mag er
absoluut geen atmosfeer aanwezig zijn die explosief
kan worden. Bij montage of demontage via een leeg-
loopsysteem mag de glijsnelheid maximaal 0,1 m/s
(10 cm/s) bedragen.
REPARATIE EN SERVICEVERLENING
Let op!
Vóór service- of reparatiewerkzaamheden aan ex-
plosieveilig elektrisch materieel moet dit absoluut
van het net worden gescheiden en beveiligd zijn
tegen onbedoelde herinschakeling. Voordat er aan
werkzaamheden aan het materieel wordt begonnen,
moet worden vastgesteld dat er geen atmosfeer aan-
wezig is die explosief kan worden. Reparatiemaatre-
gelen mogen alleen door de fabrieksklantenservice
of door ons hiertoe gevolmachtigde personen of
werkplaatsen met een officieel erkende ‚Bevoegd
persoon' worden uitgevoerd. Als er voor de repa-
raties meer documentatie nodig is, bijvoorbeeld
over spleetmaten, moet die bij de fabrikant worden
aangevraagd. Naast de desbetreffende technische
regels voor bedrijfsveiligheid (TRBS 1112; TRBS 1201
1-5) kan ook DIN EN 60079-19 worden geraadpleegd,
als basisnorm voor reparaties aan apparatuur.
oNDERHoUDSINTERVALLEN
Voor de eerste inbedrijfstelling of na langere opslagtijd:
•
Controle van de isolatieweerstand
Maandelijks:
•
Controle van stroomverbruik en spanning
•
Controle van de gebruikte schakeltoestellen voor
PTC-weerstand
Halfjaarlijks:
•
Visuele controle van de stroomtoevoerkabels
•
Visuele controle van de kabelhouders en de kabel-
spanning
•
Visuele controle van toebehoren, bijv. ophangvoorzie-
ning, hijswerktuigen enz.
3000 bedrijfsuren of uiterlijk na 1 jaar:
•
Op lekkage testen van oliereservoir
8000 bedrijfsuren of uiterlijk na 2 jaar:
•
Controle van de isolatieweerstand
•
Controle en evt. herstel van de coating
•
Functietest van alle veiligheids- en bewakingsvoorzie-
ningen
15.000 bedrijfsuren of uiterlijk na 5 jaar:
•
Groot onderhoud in de fabriek
Als de gebruiksomstandigheden uitzonderlijk zwaar zijn,
moeten de onderhoudsintervallen navenant worden ver-
kort!
RESERVEoNDERDELEN
Let op!
Voor elke reparatie en servicewerkzaamheid aan
explosieveilige dompelpompen van HOMA mogen
alleen originele HOMA-reserveonderdelen worden
gebruikt. Als er geen originele HOMA-reserveonder-
delen worden gebruikt, verliezen het desbetreffende
typetestcertificaat en de conformiteitsverklaring hun
geldigheid.
nEDlErlanDS | 09