1. Draai de voorregelschroef, tegen de klok in, tot 13 mm (1/2 in.) schroefdraad zichtbaar zijn.
• De hulpklep voor het debiet staat volledig open als 3,2 mm (1/8 in.) van de schroefkop uit de
regelaarbehuizing steekt. Draai ze niet verder open.
2. Regel de hulpschroef voor het debiet door ze eerst volledig met de klok mee te draaien en ze dan 5
volledige omwentelingen tegen de klok in te geven, of tot de schroefkop 3,2 mm (1/8 in.) uit de
regelaarbehuizing steekt.
3. Regel de trimklep door de schroef volledig met de klok mee te draaien en ze dan 1 omwenteling tegen de
klok in te geven.
4. Draai beide naaldkleppen, die zich op het bedieningshandvat bevinden, met de klok mee, tot ze volledig
dicht staan.
5. Bevestig de zwaarste last aan de lasthaak of transportbak.
6. Koppel de luchtleiding aan en zet de luchttoevoer open. Stel de regelaar in de toevoerleiding zodanig in
dat het toestel onder een constante druk van 4,8 tot 6,9 bar (70 tot 100 psi) komt te staan.
7. Draai het handvat van het bedieningselement E in de stand voor de maximum last. Draai de
voorregelschroef met de klok mee tot de zwaarste last begint te zweven.
8. Draai het handvat van het bedieningselement E in de stand voor de minimum last. De last mag dan niet
beginnen te dalen.
9. Draai de naaldklep voor de minimum last, die zich op het handvat bevindt, tegen de klok in, tot de last
begint te dalen en de staalkabel of ketting spanningsloos hangt.
10. Haak de lichtste last aan de lasthaak of transportbak.
11. Draai de naaldklep voor de minimum last met de klok mee tot de lichtste last begint te zweven.
12. Draai het handvat E in de stand "afladen". De lichtste last moet dan beginnen te stijgen.
13. Draai de naaldklep voor het "afladen", die zich op het handvat bevindt, tegen de klok in, tot er genoeg
lucht uit het toestel ontsnapt is zodat de lichtste last begint te dalen en de staalkabel of ketting
spanningsloos hangt.
14. Neem de lichtste last van de lasthaak of van de transportbak.
15. Draai de naaldklep voor het "afladen" met de klok mee tot de lege transportbak begint te zweven.
16. Draai het regelventiel in de drie standen. Ga na of het toestel correct werkt. Het is mogelijk dat nog
enkele fijnregelingen dienen te gebeuren.
OPMERKING
• Indien om een of andere reden de voorregelaar
opnieuw moet geregeld worden, moeten ook steeds
deze naaldkleppen bijgeregeld worden.
Dubbel Bedieningselement
Montage van het Dubbele Bedieningselement
1. Monteer het meesterverdeelstuk (1) achter de
bedieningselementen (E), (P) of (S), zoals
voorgesteld wordt in Tek. MHP1357NL.
2. Monteer het slaafverdeelstuk (2) aan het tweede
toestel.
3. Monteer de slangenset (10) voor de dubbele
bediening tussen het meester- (1) en
slaafverdeelstuk (2), zoals aangeduid in Tek.
MHP1357NL.
Plaatsing van de Lasthaak en Uitwijkende
Lasten
Plaatsing
Om de lasthaak correct aan de staalkabel of ketting te bevestigen, moet eerst het volgende bepaald worden:
1. De hoogste stand waarin de last boven de grond moet gehesen worden. Zie Tek. MHP1358NL.
OPGELET
Dubbel Bedieningselement
7
3
5
6
(Tek. MHP1357NL)
NL-9
4
9
2
8
12
11
10
8
1