10.4 CAPACITEITSMETINGEN
Voer geen capaciteitsmetingen uit in circuits waarop spanning
aanwezig is. Zorg ervoor dat alle condensatoren in het circuit
volledig ontladen zijn.
1.
Zet de draaischakelaar op "
2.
Sluit het rode meetsnoer aan op de "VHz"-bus en het zwarte
meetsnoer op de "COM"-bus.
3.
Sluit de meetsnoeren aan op de meetbron. De meetwaarde wordt op
de LCD-display weergegeven.
Opmerkingen
Bij het meten van een 100 µF-condensator is er een vertraging van
± 15 seconden.
10.5 DIODE EN CONTINUÏTEITSTEST
Voer geen diode- of continuïteitsmetingen uit in circuits waarop
spanning aanwezig is. Zorg ervoor condensatoren in het circuit
volledig ontladen zijn.
1.
Zet de draaischakelaar op "Ω
2.
Druk op "SELECT" om de modus "diode" of "continuïteit" te kiezen.
3.
Sluit het rode meetsnoer aan op de "VHz"-bus en het zwarte
meetsnoer op de "COM"-bus.
4.
Voor diodemeting, sluit het rode meetsnoer aan op de anode van de
diode en het zwarte meetsnoer op de kathode van de diode. Het
voorwaartse spanningsval van de diode wordt op de display
weergegeven.
Voor continuïteitsmeting, sluit de meetsnoeren aan op de twee punten
van het circuit dat u wilt meten. De ingebouwde zoemer weerklinkt als
er continuïteit is
10.6 FREQUENTIE EN WERKCYLCUS-METINGEN
Voer geen frequentie of werkcyclusmetingen uit in circuits waarop
spanning aanwezig is.
1.
Plaats de draaischakelaar op "Hz%".
2.
Druk op "SELECT" om de modus "frequentie" of "werkcyclus" te kiezen.
3.
Sluit het rode meetsnoer aan op de "VHz"-bus en het zwarte
meetsnoer op de "COM"-bus.
4.
Sluit de meetsnoeren aan op de meetbron. De meetwaarde wordt op
de LCD-display weergegeven.
V. 01 – 06/04/2017
DVM855
".
".
27
©Velleman nv