2.
Sluit het rode meetsnoer aan op de "VHz"-bus en het zwarte
meetsnoer op de "COM"-bus.
3.
Sluit de meetsnoeren aan op de meetbron.
4.
De meetwaarde wordt samen met de polariteit van de rode meetsnoer
op het LCD-display weergegeven.
Opmerkingen
•
Zie "Gelijkspanningsmetingen (DC)"
10.3 GELIJKSTROOMMETINGEN (DC)
Voer geen metingen uit in circuits met spanningen > 600 VDC of
> 600 VAC
Wees uiterst voorzichtig bij metingen hoger dan 60 VDC of 30 VAC
rms.
Houd tijdens metingen uw vingers steeds achter de
beschermingsrand van de meetpennen!
1.
Zet de draaischakelaar op "
2.
Sluit het rode meetsnoer aan op de "mA"-bus en het zwarte meetsnoer
op de "COM"-bus. Sluit het rode meetsnoer aan op de "15A"-bus voor
metingen tussen 200 mA en 15 A.
3.
Sluit de meetsnoeren IN REEKS aan op het circuit waarvan u de
belasting wilt meten.
4.
De meetwaarde wordt samen met de polariteit van de rode meetsnoer
op het LCD-display weergegeven.
Opmerkingen
•
Als het bereik niet op voorhand gekend is, zet de bereikschakelaar op
de hoogste stand en verminder tot de juiste aflezing wordt bereikt.
•
Als de waarde buiten het meetbereik valt, verschijnt op de display 1 of -
1. Stel een hoger bereik in.
•
De maximale ingangsstroom bedraagt 200 mA of 15 A. Dit hangt af van
de gebruikte bus. De max. meettijd in het 15 A-bereik bedraagt 15
seconden.
10.4 WISSELSTROOMMETINGEN (AC)
Voer geen metingen uit in circuits met spanningen > 600 VDC of
> 600 VAC
Wees uiterst voorzichtig bij metingen hoger dan 60 VDC of 30 VAC
rms.
Houd tijdens metingen uw vingers steeds achter de
beschermingsrand van de meetpennen!
V. 02 – 12/07/2018
DVM895
".
27
©Velleman nv