7.1 Fabrieksinstelling
De pomp is fabrieksmatig op de AUTO-functie inge-
steld, zonder automatisch nachtbedrijf.
7.2 Bedieningspaneel
Bij hoge vloeistoftemperaturen kan de
pomp zo heet worden dat, om verbranding
te voorkomen, alleen de toetsen aange-
raakt mogen worden.
Het bedieningspaneel, afb. 20, bevat het volgende:
Toetsen, pos. 1 en 3, voor het instellen.
Lichtvelden voor het aangeven van
• regelmethode en nachtbedrijf, pos. 4,
• druk, capaciteit en bedrijfsstand, pos. 5.
Signaallampen, pos. 2,
• voor bedrijf en storingsmeldingen
• symbool voor het weergeven van externe
besturing.
Voor meer informatie zie hoofdstuk 8. Storingslijst.
Afb. 20
7.2.1 Instellen van de regelmethodes
Beschrijving van de functie, zie paragraaf 6.1 Regel-
methoden.
Verander de regelmethode door op
pos. 3, deze wisselt volgens onderstaande volgorde:
• AUTO,
• constant drukverschil,
, en
• drukverschil met leidingverlies compensatie,
Automatisch nachtbedrijf kan tezamen met elk van
deze regelmethodes worden geactiveerd.
De lichtsymbolen pos. 4, zie afb. 20, geven de pom-
pinstellingen weer:
Licht aan
AUTO
–
AUTO
–
"–" = niets verlicht.
7.2.2 Gewenste waarde instellen
De gewenste waarde van de pomp wordt ingesteld
door het indrukken van
staat ingesteld op regeling op basis van drukverschil
met leidingverlies compensatie, constant drukver-
schil of constante pompcurve bedrijf.
De lichtbalk, pos 5, op het bedieningspaneel geeft de
ingestelde gewenste waarde weer.
MAGNA UPE/UPED 32-120 en 40-120:
De lichtbalk kan een maximum gewenste waarde
van 10 meter weergeven.
Afb. 21
, te drukken,
.
Automa-
Regelmethode
tisch
nachtbedrijf
AUTO
Nee
Drukverschil
met leidingverlies
Nee
compensatie
Constant
Nee
drukverschil
Constant pomp-
Nee
curve bedrijf
AUTO
Ja
Drukverschil
met leidingverlies
Ja
compensatie
Constant
Ja
drukverschil
Constant pomp-
Ja
curve bedrijf
of
indien de pomp
181