De volgelaatsmaskers zijn conform 94/9/EU getest voor gebruik in
explosiegevaarlijke omgevingen en zijn inzetbaar in de volgende
zones:
Zone 0, 1, 2 voor gassen
van de explosiegroep IIA, IIB, IIC
Zone 0, 1, 2 voor gassen
van de explosiegroep IIA, IIB
Zone 1, 2 voor gassen
van de explosiegroep IIA, IIB, IIC
Zone 1, 2 voor gassen
van de explosiegroep IIA, IIB
gebieden waar gevaar voor stofexplosies
bestaat van de zone 21, 22
Dräger X-plore 6000
2.6
De volgelaatsmaskers zijn verschillend gemarkeerd:
Aansluitstuk
Maskerlichaam
Vizier
Spanframe
3
X
3.1
De volgende voorwaarden moeten in acht worden genomen wanneer
X
de volgelaatsmaskers met een ademfilter of een aanblaasfiltertoestel
worden gebruikt:
X
X
X
X
(toegelaten door de Dekra Exam)
Type markering
RA
EPDM of Si,
X-plore 6300 EN 136:1998 CL. 2, nr. 0158 of
X-plore 6500 EN 136:1998 CL. 3, nr. 0158
L, PC of PMMA
K/sw of K/bl
Gebruik
Voorwaarden voor het gebruik
De
omgevingsomstandigheden
concentratie van de schadelijke stoffen) moeten bekend zijn!
Gebruik overeenkomstige ademfilters. Wanneer de schadelijke
stof onbekend is, alleen ademluchttoestellen of ademlucht-
slangsystemen verwenden.
Gebruik alleen filterapparaten wanneer de lucht geen direct
gevaar voor de gezondheid of het leven vormt.
Er moet gewaarborgd zijn dat de omgevingsatmosfeer zich niet
ongunstig kan veranderen.
Filterapparaten niet gebruiken bij het vermoeden van schadelijke
stoffen met geringe waarschuwingseigenschappen (reuk, smaak,
irritatie van ogen en luchtwegen). In dit geval de gevarenzone
direct verlaten, omdat het volgelaatsmasker ondicht kan worden.
Ongeventileerde reservoirs, kuilen, kanalen, riolen, enz., mogen
niet met filterapparaten worden betreden.
Filterapparaten niet in met zuurstof verrijkte atmosfeer gebruiken.
Gebruik
(met
name
de
soort
en
51