2.5 HYDRAULISCHE VERBINDING - WATERINLAAT
De ovens zijn uitgerust met een watertoevoerkoppeling die zich aan de achterzijde van het apparaat bevindt.
Plaats tussen het apparaat en de waterleiding altijd een afsluitventiel die eenvoudig te bedienen is; bovendien
wordt aangeraden om een cartridgefilter op de watertoevoerbuis te installeren.
De wateraansluiting dient altijd met koud water te worden uitgevoerd.
Gebruik altijd nieuwe waterdichtingen. Eventuele oude dichtingen mogen niet opnieuw gebruikt
worden. De sanitaire aansluiting moet altijd met koud water en onbuigzame buizen gebeuren.
Gebruik nooit een waterslang om de oven aan te sluiten op het waternet.
2.6 WATERAANSLUITING - WATERAFVOER
De ovens zijn uitgerust met een waterafvoer die zich aan de achterzijde van het
apparaat bevindt; de wateraansluiting dient rechtstreeks op het einde van de
roestvrijstalen afvoerbuis te worden aangesloten. De afvoer mag geen sifon heb-
ben en dient te zijn gemaakt met onbuigbare buizen die bestand zijn tegen een
temperatuur van 110°C.
Het is van groot belang dat de diameter van de afvoerbuis niet kleiner wordt ge-
maakt en dat de buis onder atmosferische druk staat en is uitgerust met de juiste
soort trechtervormige luchtinlaat. Indien de afvoerbuis om een of andere reden is
verstopt, kan er stoom uit de ovendeur ontsnappen en kunnen er onaangename
geuren in de ovenruimte ontstaan.
Bij Combi Direct-modellen met een automatisch
spoelprogramma, voedt de magneetklep (A) de
stoomopwekking in de stoom- en combi-cycli, klep
(B) het stoomcondensatiesysteem.
min. 2°
47
NL