De bedieningsstand van de
afstandsbediening
selecteren
Stel de bedieningsstand van de
afstandsbediening in met de RM SET UP toets
en de toetsen voor de bedieningsstand.
De bedieningsstand selecteren
U kunt schakelen tussen de bedieningsstanden
(AV1 en AV2) van de afstandsbediening. Zijn
de bedieningsstand van de receiver en de
afstandsbediening verschillend, dan kunt u de
receiver niet bedienen met de
afstandsbediening.
Druk op AV1 (of AV2) terwijl u RM SET UP
ingedrukt houdt.
De aanduiding knippert één keer (twee keer voor
AV2) en de bedieningsstand wordt gewijzigd.
De bedieningsstand van de
afstandsbediening controleren
Druk op RM SET UP. U kunt de
afstandsbediening controleren aan de hand van
de aanduiding.
Stand
AV1
AV2
Fabrieksinstellingen van de
afstandsbediening herstellen
Druk tegelijkertijd op ?/1, AV ?/1 en
MASTER VOL –.
De aanduiding knippert 3 keer en gaat
vervolgens uit.
Opmerking
Zijn de bedieningsstand van de receiver en de
afstandsbediening verschillend, dan kunt u de receiver
niet bedienen met de afstandsbediening. Zie pagina 62
als u de bedieningsstand van de receiver wilt wijzigen.
Aanduiding knippert
één keer
twee keer
De afstandsbediening
programmeren
U kunt de afstandsbediening programmeren
voor de bediening van componenten die niet van
Sony zijn. Hiervoor moet u de code wijzigen.
Wanneer de bedieningssignalen in het geheugen
zijn opgeslagen, kunt u deze componenten
gebruiken als onderdeel van het systeem.
U kunt de afstandsbediening ook programmeren
voor Sony-componenten die de
afstandsbediening niet standaard kan bedienen.
De afstandsbediening kan alleen componenten
bedienen die draadloze
infraroodbedieningssignalen accepteren.
1
Druk op AV ?/1 terwijl u RM SET UP
ingedrukt houdt.
De aanduiding gaat branden.
2
Druk op de ingangstoets (waaronder
TV ?/1) voor de component die u wilt
bedienen.
Wilt u bijvoorbeeld een CD-speler
bedienen, dan drukt u op SA-CD/CD.
3
Druk op de cijfertoetsen om de
cijfercode (of een van de cijfercodes
als er meerdere codes zijn) in te voeren
die overeenkomt met de component en
de fabrikant van de component die u
wilt bedienen.
Zie de tabellen op pagina 56–58 voor
informatie over de cijfercodes die
overeenkomen met de component en de
fabrikant van de component (het eerste
cijfer en de laatste twee cijfers van de
cijfercode komen overeen met
respectievelijk de categorie en de code van
de fabrikant.)
4
Druk op ENTER.
Als de cijfercode is gecontroleerd, knippert
de aanduiding twee keer langzaam en wordt
de programmeerstand van de
afstandsbediening automatisch gesloten.
5
Herhaal stap 1 tot en met 4 om andere
componenten te bedienen.
wordt vervolgd
NL
55