Opnemen
Alvorens u gaat opnemen, dient u eerst nog even
te controleren of alle aansluitingen in orde zijn.
Opnemen op een
audiocassette of minidisc
Via deze tuner/versterker kunt u geluidsbronnen
opnemen op cassette of op minidisc. Zie voor
nadere aanwijzingen tevens de
gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1
Stel in op de geluidsbron die u wilt
opnemen.
2
Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen compact
disc in de CD-speler.
3
Plaats een voor opnemen geschikte
cassette of minidisc in het opname-
apparaat en stel zo nodig het
opnameniveau in.
4
Start het opnemen op het opname-
apparaat en start dan de weergave van
de geluidsbron.
Opmerkingen
• U kunt geen digitale geluidssignalen opnemen met
een opname-apparaat dat is aangesloten op de
analoge MD/TAPE OUTaansluitingen. Voor het
opnemen van digitale signalen zult u een digitaal
opname-apparaat moeten aansluiten op de DIGITAL
OPTICAL MD OUT aansluitingen.
• De instellingen die u voor weergave maakt zijn niet
van invloed op de signalen die worden doorgegeven
via de MD/TAPE OUT aansluitingen.
• De analoge geluidssignalen van de gekozen
geluidsbron worden uitgestuurd via de MD/TAPE
OUT aansluitingen.
• De geluidssignalen die binnenkomen via de MULTI
CH IN aansluitingen worden niet doorgegeven via de
MD/TAPE OUT aansluitingen, ook niet wanneer de
MULTI CH IN functie wordt gebruikt. Alleen de
analoge geluidssignalen van de huidige of eerder
voor weergave gekozen geluidsbron worden
uitgestuurd.
• Er worden ook geen geluidssignalen doorgegeven
via de DIGITAL OPTICAL MD OUT aansluitingen
wanneer de ANALOG DIRECT functie wordt
gebruikt. De digitale circuits worden buiten de
signaalbaan geschakeld, voor een zo zuiver
mogelijke geluidskwaliteit, wanneer de "D.PWR
OFF" parameter staat ingesteld op "D.PWR".
Opnemen op een
videocassette
Met deze tuner/versterker kunt u beelden
opnemen vanaf een videorecorder of
televisietoestel. Ook bestaat de mogelijkheid om
tijdens het bewerken van video-opnamen een
nieuw geluidsspoor in te voegen vanaf een
geluidsbron naar keuze. Zie voor nadere
aanwijzingen tevens de gebruiksaanwijzing van
uw videorecorder.
1
Stel in op de beeld/geluidsbron die u
wilt opnemen.
2
Breng het weergave-apparaat in
gereedheid voor afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen
videocassette in de videorecorder.
3
Plaats een voor opnemen geschikte
videocassette in de videorecorder
(VIDEO 1 of VIDEO 2) die u voor
opnemen gebruikt.
wordt vervolgd
47
NL