Elektrisch Onderhoud; Werking; Voorafgaand Aan Het Starten Van De Pomp - EBARA GMB GS Gebrauchs- Und Wartungsanleitung

Handleiding voor gebruik en onderhoud
- Voer, afhankelijk van het geval, de aansluitingen uit in overeenstemming met de afbeeldingen:
a) Directe start (tot max 5,5 kW)
Driefasige motor (230/400V en 400/690V)
L1' L1'
b) Start ster-/driehoekschakeling
(Aanbevolen vanaf 5,5 kW)
Driefasige motor
L1 L1

6.6.2 ELEKTRISCH ONDERHOUD

Alle werkzaamheden op de motor moeten worden uitgevoerd met de uitgeschakelde
apparatuur en na de loskoppeling van het voedingsnet.
- Controleer regelmatig dat de vereisten voor de montage en de elektrische aanslui-
ting worden nageleefd.
- Neem de frequentie voor de smering van de lagers en het type vet in acht (in geval
dit staat aangegeven op het typeplaatje van de motor). In ieder geval wordt aange-
raden om de lagers na drie jaar te vervangen.

7. WERKING

7.1 VOORAFGAAND AAN HET STARTEN VAN DE POMP

1. Controleer of er na de voltooiing van de montage een spoeling van de leidingen is uitge-
voerd, aangezien eventuele onzuiverheden schade, lawaai en abnormale slijtage kunnen
veroorzaken ter hoogte van de mechanische sluitingen en de andere delen van de pomp.
2. Controleer of de pomp soepel draait door de as met de hand te draaien. Mocht de
beweging stug of onregelmatig zijn, controleer de pomp dan omdat de mechanische
sluiting beschadigd zou kunnen zijn, de pakking te strak of er kan sprake zijn van
roest in de pomp.
3. Controleer de technische gegevens van de motor zoals aangegeven op het typeplaatje.
4. Start de pomp niet zonder hem eerst ontladen te hebben. Wanneer het een aanzuigend
systeem betreft, zullen zowel de pomp als de inlaatleiding gevuld worden door middel
van de betreffende inrichting geïnstalleerd op de inlaatleiding. Wanneer de aanzuiging
onder druk is, zal de pomp met water gevuld worden door de inlaat- en uitlaatkleppen te
openen. Zorg ervoor dat er geen lucht in de pomp blijft: draai hiervoor de as met de hand.
L2' L2' L3' L3'
W2 W2 U2 U2 V2 V2
U1 U1 V1 V1 W1 W1
L2 L2 L3 L3
L1' L1' L2' L2' L3' L3'
W2 W2 U2 U2 V2 V2
U1 U1 V1 V1 W1 W1
L1 L1 L2 L2 L3 L3
Onderste spanning
(Driehoekverbinding)
L1' L2' L3'
W2 U2 V2
U1 V1 W1
L1 L2 L3
W2 W2 U2 U2 V2 V2
U1 U1 V1 V1 W1 W1
L1 L1 L2 L2 L3 L3
Bovenste spanning
(Sterverbinding)
237
NL