6 Bediening
▶
Gebruik bij de installatie in vochtige ruim-
tes nooit de evt. af fabriek gemonteerde
aansluitkabel met aardcontactstekker.
▶
Sluit het product via een vaste aansluiting
en een elektrische scheidingsinrichting
met minstens 3 mm contactopening (bijv.
zekeringen of vermogensschakelaar) aan.
▶
Gebruik voor de netaansluitleiding, die
door de kabeldoorvoer in het product ge-
leid wordt, een flexibele leiding.
1.
Open de schakelkast. (→ Pagina 102)
2.
Trek de stekker er op de stekkerplaats X1 van de print-
plaat voor de netaansluiting uit.
3.
Schroef de stekker van de evt. van fabriek gemon-
teerde netaansluitkabel af.
4.
Gebruik in de plaats van de evt. af fabriek gemon-
teerde, een geschikte, genormeerde drie-aderige
netaansluitkabel.
5.
Bedraad de kabels. (→ Pagina 103)
6.
Sluit de schakelkast.
7.
Zorg voor de benodigde aansluiting aan verbrandings-
gaszijde op een van de omgevingslucht onafhankelijke
VLT/VGA. (→ Pagina 101)
5.7.5
Thermostaat aansluiten
1.
Open de schakelkast. (→ Pagina 102)
2.
Bedraad de kabels. (→ Pagina 103)
3.
Neem het aansluitschema in acht. (→ Pagina 130)
Voorwaarden: Aansluiting van een weersafhankelijke thermostaat of ka-
merthermostaat via eBUS
▶
Sluit de thermostaat op de aansluiting BUS aan.
▶
Brug de aansluiting 24 V = RT (X100 of X106) als er
geen brug voorhanden is.
Voorwaarden: Aansluiting van een laagspanningsregelaar (24 V)
▶
Verwijder de brug en sluit de thermostaat op de aanslui-
ting 24 V = RT (X100 of X106) aan.
Voorwaarden: Aansluiting van een maximaalthermostaat voor een vloer-
verwarming
▶
Verwijder de brug en sluit de maximaalthermostaat op
de aansluiting Burner off aan.
4.
Sluit de schakelkast. (→ Pagina 103)
5.
Schakel voor multicircuitregelaar D.018 van Eco (inter-
mitterende pomp) naar Comfort (doorlopende pomp)
om. (→ Pagina 109)
5.7.6
Multifunctionele module en aanvullende
componenten installeren
1.
Open de schakelkast. (→ Pagina 102)
2.
Sluit de multifunctionele module (optionele printplaat)
op de printplaat van het product aan (→ Installatiehand-
leiding multifunctionele module).
3.
Sluit aanvullende componenten op de multifunctionele
module (optionele printplaat) aan (→ Installatiehandlei-
ding multifunctionele module).
4.
Sluit de schakelkast. (→ Pagina 103)
5.
Monteer de voormantel. (→ Pagina 98)
104
5.7.6.1 Aanvullende component via
multifunctionele module activeren
Voorwaarden: Component aan relais 1 aangesloten
▶
Selecteer de parameter D.027 om aan relais 1 een func-
tie toe te wijzen. (→ Pagina 105)
Voorwaarden: Component aan relais 2 aangesloten
▶
Selecteer de parameter D.028 om aan relais 2 een func-
tie toe te wijzen. (→ Pagina 105)
5.7.6.2 Hulprelais gebruiken
1.
Sluit een bijkomende component via de aansluiting Opt.
(grijze stekker) aan de printplaat direct op het greïnte-
greerde hulprelais aan.
2.
Voer de bedrading uit.
3.
Om de aangesloten component in gebruik te nemen,
de component in de diagnosecode D.026 selecteren.
(→ Pagina 109)
5.7.7
Circulatiepomp installeren
Geldigheid: Product met aangesloten warmwaterboiler
Voorwaarden: Thermostaat aangesloten
▶
Sluit de circulatiepomp op de multifunctionele module
(optionele printplaat) aan. (→ Pagina 104)
▶
Verbind de aansluitleiding van de externe toets met de
klemmen 1
0 en 6 (FB) van de randstekker X41 die bij
de thermostaat geleverd is.
▶
Steek de randstekker op de steekplaats X41 van de
printplaat.
6
Bediening
6.1
Bedieningsconcept
Het bedieningsconcept, de bediening van het product en de
aflees- en instelmogelijkheden van het gebruikersniveau zijn
in de gebruiksaanwijzing beschreven.
Een overzicht van de aflees- en instellingsmogelijkheden van
het installateurniveau vindt u in de tabel installateurniveau in
de bijlage.
Installateurniveau (→ Pagina 119)
6.2
Installateurniveau oproepen
Navigeer naar Menu → Installateurniveau en bevestig
1.
met
.
2.
Stel de code voor het installateurniveau in en bevestig
met
.
–
Code installateurniveau: 17
6.2.1
Installateurniveau verlaten
▶
Druk op
(evt. meermaals).
◁
De basisweergave wordt getoond.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020244381_03