15
In bedrijf name HandyTIG 180 DC BasicPlus
Abb. 35: Bedieningspaneel Handy 180 DC BasicPlus
Aansluitbus besturingsstekker lastoorts
9
In deze bus wordt de besturingsstekker van de
TIG-lastoorts ingestoken.
LED storing
35
Brandt, indien het apparaat oververhit is. Ont-
steken van de vlamboog is niet mogelijk.
Na het inschakelen van het apparaat knippert
de LED kort voor een zelftest.
LED afstandbediening
36
Handafstandbediening aangesloten:
LED brandt continue, draaiknop lasstroom 45
zonder functie, Instelling alleen aan de handaf-
standbediening mogelijk.
Voetafstandbediening aangesloten: LED brandt
alleen bij het indrukken van het voetpedaal, de
draaiknop 45 geeft de maximale waarde voor het
instelbereik van de voetafstandbediening weer.
Bijvoorbeeld 100 A ingestelt, dan kan met de
voetafstandbediening de lasstroom van 5-100 A
worden geregelt.
LED Net
37
Brandt, indien het apparaat gereed voor ge-
bruik is.
LED elektrode
38
Brandt, als het lasproces elektrode is gekozen.
LED HF
39
Brandt indien de functie HF is gekozen.
LED 2-takt
40
Brandt, als de werkingswijze 2-takt is gekozen
(alleen bij het TIG lasproces).
Toortsschakelaar indrukken = vlamboog ont-
steekt
Toortsschakelaar loslaten = vlamboog gaat uit
- 80 -
35
36
37
9
In bedrijf name HandyTIG 180 DC BasicPlus
38
39
40 41
45
LED TIG
41
Brandt, als het lasproces TIG is gekozen.
LED 4-takt
42
Brandt, als de werkingswijze 4-takt is gekozen
(alleen bij het TIG lasproces).
Toortsschakelaar indrukken = vlamboog ont-
steekt
Toortsschakelaar loslaten = hoofdstroom loopt,
welke is ingesteld over de draaiknop
Toortsschakelaar indrukken = eindstroom loopt
Toortsschakelaar loslaten = vlamboog gaat uit
LED Slope
43
Brandt, als de functie Slope is gekozen.
2-takt - Bij het starten van het proces gaat het
apparaat automatisch van de ontsteekstroom
naar de ingestelde lasstroom (=Upslope). Bij
het beëindigen van het proces gaat de ma-
chine automatisch van de ingestelde lasstroom
naar de minimale stroom (Down- slope).
4-takt - Bij het starten van het proces gaat
het apparaat van de ontsteekstroom naar de
ingestelde lasstroom (=Upslope). Bij het beëin-
digen van het proces gaat de machine van de
ingestelde lasstroom naar de minimale stroom
(Downslope).
Toets werkingswijze/modus
44
Dient voor de keuze van de verschillende wer-
kingswijzen en modi.
Draaiknop lasstroom
45
Dient voor het traploos instellen van de las-
stroom.
42
43
44
12.10