Nederlands
Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING
•
Gebruik geen oplosmiddelen om het toestel te
reinigen.
-
Reinig het toestel na elk gebruik met een zachte
absorberende doek.
-
Controleer regelmatig of alle schroeven en moeren
goed vast zitten.
-
Smeer indien nodig de draaipunten.
Het water is verkleurd of is troebel.
Mogelijke oorzaak:
De roeitrainer staat in direct zonlicht of het water is niet
gezuiverd.
Oplossing:
-
Voorkom dat de roeitrainer wordt blootgesteld aan
direct zonlicht.
-
Voeg een waterzuiveringstablet toe of ververs het
water in de tank (raadpleeg de desbetreffende
sectie in deze handleiding).
Vervangen van de batterijen (fig. F )
De console is uitgerust met 2 AA-batterijen aan de
achterkant van de console..
-
Verwijder het deksel.
-
Verwijder de oude batterijen.
-
Plaats de nieuwe batterijen. Zorg ervoor dat de (+)
en (-) polariteit-markeringen van de batterijen op de
goede plaats zitten.
-
Monteer het deksel.
Defecten en storingen
Ondanks voortdurende kwaliteitscontrole kan het
gebeuren dat het toestel door individuele onderdelen
defect is of niet goed werkt. In de meeste gevallen
zal het voldoende zijn om het defecte onderdeel te
vervangen.
-
Als het toestel niet goed werkt, neem dan
onmiddellijk contact op met de dealer.
-
Geef het modelnummer en serienummer van het
toestel op aan de dealer. Vertel wat de aard van
het probleem is, hoe het toestel wordt gebruikt en
wanneer u het toestel heeft gekocht.
Problemen oplossen
-
Wanneer het LCD-display wordt gedimd, moeten
de batterijen worden vervangen.
Als er geen signaal is wanneer u traint, controleer
dan of de kabel goed is aangesloten.
LET OP
•
Wanneer u gedurende 4 minuten stopt met de
training, wordt het hoofdscherm uitgeschakeld.
•
Wanneer de computer weergave niet normaal is,
installeert u de batterijen opnieuw en probeert u
het nogmaals.
Transport en opslag
WAARSCHUWING
•
Verwijder voor transport en opslag de adapter.
•
Draag en verplaats het toestel met minstens
twee personen.
-
Blijf aan weerskanten aan de voorkant van het
toestel staan en pak de handgrepen stevig vast.
Til de voorkant van het toestel op zodat de
achterkant van het toestel op de wielen komt te
rusten. Verplaats het toestel en zet het voorzichtig
neer. Zorg voor een beschermende laag onder
het toestel om schade aan het vloeroppervlak te
voorkomen.
-
Verplaats het toestel voorzichtig over een ongelijke
ondergrond. Breng het toestel niet met behulp van
de wielen naar boven, maar draag het toestel bij de
handgrepen.
-
Berg het toestel op een droge plaats op met zo
weinig mogelijk temperatuurwisselingen.
5 2