W 690 Flexio
2) Breng de spuitkop (afb. 18, 2) aan op het pistoollichaam en zoek de juiste positie door
deze te draaien.
3) Breng de luchtkap aan op de spuitkop en draai deze met de wartel vast.
4) Steek de reservoirafdichting van onder af op de stijgbuis en schuif deze door tot over
de kraag. Draai de reservoirafdichting daarbij licht heen en weer.
5) Steek de stijgbuis met reservoirafdichting in het pistoollichaam.
Om het pistool gemakkelijker te kunnen monteren, kunt u na het reinigen een ruime
hoeveelheid smeervet (bijgeleverd) aanbrengen op de O-ring van het voorstuk
(afb. 17, A).
20. Buiten bedrijf stellen en reinigen
(Wall Extra I-Spray spuitopzet)
1) Draai het container los en maak het leeg. Verwijder de aanzuigstok met
containerafdichting.
LET OP! Reinig nooit afdichtingen, membraan en sproeier- of luchtopeningen van het
spuitpistool met spitse metalen voorwerpen.
Luchttoevoerslang en membraan zijn slechts beperkt oplosmiddelbestendig.
Niet in oplosmiddel leggen, maar alleen afvegen.
2) Het apparaat mag uitsluitend met onbeschadigd membraan (afb. 16, C) worden
gebruikt. Indien er verf in de beluchtingsslang is gekomen, dient u het membraan
te controleren en te reinigen (zie hoofdstuk Onderhoud).
3) Luchtkap (afb. 19, 1) voor eenvoudige demontage in verticale positie zetten en
verwijderen.
4) Wartelmoer losschroeven (afb. 19, 2). Reinig luchtkap (1) en spuitkop (3) met kwast
en oplosmiddel resp. water.
Pas op! Verwijder nooit de rode spuitkopafdichting uit de spuitkop. Bij
ontbrekende of beschadigde spuitkopafdichting kan vloeistof in het
apparaat binnendringen en daardoor het risico op een elektrische schok
toenemen.
5) Spuitpistool en container aan de buitenkant met een in oplosmiddel resp. water
gedrenkte doek reinigen.
6) Zet alle delen weer in elkaar (zie "Montage").
Montage
Pas op! Apparaat nooit met beschadigde of ontbrekende spuitkopafdichting
laten werken. Bij ontbrekende of beschadigde spuitkopafdichting kan
vloeistof in het apparaat binnendringen en daardoor het risico op een
elektrische schok toenemen.
1) Spuitkopafdichting (afb. 20, 4) in het spuitkop controleren.
2) Moer (afb. 21, 2) op het pistool schroeven en goed vast draaien.
NL
69