Draai het glas een kwartslag naar rechts en het glas kan
van de toren los genomen worden. In de binnenzijde
van de toren ziet u direct de 2 metalen vetfilters.
De filter kan als volgt gereinigd worden:
• In de vaatwasmachine
• Handmatig: Dompel de filter in een oplossing van
kokend water, waaraan een ontvettend afwasmiddel
is toegevoegd. Spoel vervolgens de filters onder de
kraan met warm water uit en laat ze daarna drogen.
! Indien de bovenvermelde instructies niet
worden uitgevoerd, ontstaat er door een te sterke
vervuiling, kans op brandgevaar.
Na het reinigen:
• Plaats de filters en het glas terug op de toren.
• Plaats de toren terug in de opening.
• Druk gedurende 3 seconden op de
6.4 Terugplaatsen van de ventilatietoren
Plaats het uitneembare water reservoir en de ventilatie-
toren terug op de voorziene plaats in het midden van
de kookplaat. De ventilatietoren wordt mooi magne-
tisch op zijn plaats gehouden.
Druk nu op de toets
gaat en initialiseert.
De 4 leds stoppen met knipperen na deze procedure.
6.5 Reinigen van het Monoblock recirculatiefilter
(alleen bij recirculatie)
Indien gekozen is voor recirculatie is het toestel aan-
gesloten op een uitblaasbox met een Monoblock recir-
culatiefilter.
Het Monoblock recirculatiefilter kan tot 12 maal toe ge-
regenereerd worden.
Regenereren van het Monoblock recirculatiefilter:
• De Monoblock kan tot 12 maal toe geregenereerd
worden. Dit gebeurt in de oven.
• Plaats de filter gedurende 1 uur in een oven op
120°C. Voorzie voldoende verluchting in de ruimte
toets.
zodat de toren naar beneden
waar de oven staat, er kunnen geuren vrijkomen. Bij
het bakken van bepaalde vissoorten, kan er geur
vrijkomen. Beste oplossing is het meteen regenere-
ren van de filter.
Na het reinigen:
• Plaats het monoblock recirculatiefilter terug in de
uitblaasbox
• druk gedurende 3 seconden op de
7 KLEINE STORINGEN VERHELPEN
7.1 Meldingen bij de kookplaat
De kookplaat of de kookzone werkt niet:
• de kookplaat is slecht op het elektrisch net aange-
sloten
• de veiligheidszekering is gesprongen
• kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
• de tiptoetsen zijn met water of vet bespat
• er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op:
• er staat geen kookpot op de kookzone
• de kookpot is niet geschikt voor inductie
• de diameter van de bodem van de kookpot is te klein
in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op:
• Het elektronisch systeem is ontregeld.
• Ontkoppel de kookplaat en sluit opnieuw aan.
• Doe beroep op de dienst na verkoop
Een enkele zone of alle zones vallen uit:
• de veiligheid is in werking getreden
• deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een
kookzone uit te schakelen
• de veiligheid treedt eveneens in werking wanneer
één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
• een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
• de kookplaat beschikt eveneens over een automa-
tische vermindering van het vermogen en van een
automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van
de kooktafel:
• dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elek-
tronische apparatuur
• de ventilator stopt vanzelf.
De bediening van automatisch koken treedt niet in
werking:
• de kookzone is nog warm [ H ]
• het maximum kookniveau staat aan [ 9 ]
• het kookniveau werd aangezet met de toets [ - ].
Het symbool [ U ] licht op:
• Zie hoofdstuk "Warmhouden".
Het symbool [ II ] licht op:
• Zie hoofdstuk "Stop&Go".
Het symbool [
] of [ Er03 ] licht op:
• Een voorwerp of vloeistof bedekt de toetsen van de
bediening. Het symbool verdwijnt van zodra de toet-
sen vrijgemaakt of afgekuist zijn.
toets.
NL 11