2. Open de afsluitkraan van de watertoevoer.
3. Zet de rijrichtingshendel in de middelste stand NEUTRAAL en
start de motor.
4. Haal het handspuitpistool en de hogedrukslang uit het opberg-
vak.
5. Werkhydraulica PTO inschakelen.
6. Zet de schakelaar voor de hogedrukreiniger rechts naast de
bestuurdersplaats aan.
Het motortoerental wordt automatisch naar 1600 tpm ver-
hoogd.
Op het display verschijnt het symbool "Hoge druk".
7. Handspuitpistool ontgrendelen.
8. Hendel van het handspuitpistool indrukken en met de reiniging
beginnen.
Instructie
Bij het eerste gebruik of een lege watertank moet de hogedruk-
reiniger worden ontlucht:
9. Gebruik de hogedrukreiniger zonder sproeier tot er geen lucht
meer in het systeem zit.
Buitenwerkingstelling
1. Handspuitpistool sluiten.
2. Schakel de hogedrukreiniger uit met de schakelaar rechts
naast de bestuurdersplaats.
3. Werkhydraulica uitschakelen.
4. Handspuitpistool bedienen tot het apparaat drukloos is.
5. Veiligheidshendel van het handspuitpistool bedienen om hen-
del van het pistool tegen het per ongeluk loskomen te beveili-
gen.
6. Bevestig het handspuitpistool met straalbuis en hoge-
drukslang in het opbergvak.
Instructie
Indien bijv. bij gebruik in de winter (zout strooien en andere werk-
zaamheden) de hogedrukreiniger niet nodig is:
7. Systeem met perslucht uitblazen - zie hoofdstuk Vorstbe-
scherming.
8. Verwijder het hogedrukpistool met straalbuis en hoge-
drukslang van het apparaat.
9. Verwijder de apparaatafdekking (3 snelsluitingen) en sluit de
hogedrukuitgang met het daarvoor bestemde bescher-
mingsonderdeel af.
Sluiting
1
Watertoevoer voor hogedrukpomp
2
Watertoevoer van watertank
3
Bevestiging watertoevoerslang
4
10.Koppel de watertoevoer bij de GEKA-aansluiting los.
11.Sluit de watertoevoer voor de hogedrukpomp af.
12.Watertoevoerslang van de watertank onder het vuilreservoir
bevestigen (opbergen).
Voor elk gebruik
1. Alle hydraulische slangen en aansluitingen op dichtheid con-
troleren.
Onderhoud
2. Hogedrukslang op beschadiging controleren (barstgevaar).
Beschadigde hogedrukslang onmiddellijk vervangen.
3. Apparaat (pomp) op dichtheid controleren.
3 druppels water per minuut zijn toegestaan en kunnen aan de
onderkant van het apparaat naar buiten komen. Bij grotere
lekkage contact opnemen met de klantenservice.
Wekelijks
Instructie
Voor het aflezen van het oliepeil of voor het reinigen van de wa-
terzeef de apparaatafdekking verwijderen (3 snelsluitingen).
1. Oliepeil bij een stilstaand apparaat aflezen. Het oliepeil moet
in het midden van het kijkglas liggen.
Bij melkachtige olie (water in de olie) onmiddellijk de klanten-
service opzoeken.
2. De zeef in de wateraansluiting reinigen.
3. Apparaat drukloos maken.
4. Deksel met filter afschroeven.
5. Filter met schoon water of perslucht reinigen.
In omgekeerde volgorde monteren.
Jaarlijks of na 500 bedrijfsuren
1. Olie verversen.
Oliehoeveelheid en -soort zie Technische gegevens.
2. Olieverversing door de klantenservice laten uitvoeren.
Vorstbescherming
LET OP
Vorstgevaar
Apparaten die niet volledig leeg zijn, kunnen beschadigd raken
door vorst.
Maak het apparaat en het toebehoren volledig leeg.
Bescherm het apparaat tegen vorst.
1. Apparaat op een vorstvrije plaats bewaren.
Instructie
Als vorstvrij opbergen niet mogelijk is:
2. Watertoevoer sluiten.
3. Apparaat max. 1 minuut laten lopen tot pomp en leidingen leeg
zijn.
4. Hogedrukpomp, toevoerslang, waterfilter en hogedrukslang
met perslucht uitblazen.
GEVAAR
Gevaar voor letsel door onbedoeld starten van het apparaat
en elektrische schok.
Schakel het apparaat vóór alle werkzaamheden uit en trek de
contactsleutel eruit.
Laat elektrische onderdelen alleen door de geautoriseerde klan-
tenservice controleren en repareren.
Neem bij storingen die niet in dit hoofdstuk worden vermeld, in
geval van twijfel en indien u daartoe een uitdrukkelijke aanwijzing
krijgt, contact op met de bevoegde klantenservice.
Apparaat draait niet
1. Schakel de werkhydrauliek en schakelaar Hoge druk in.
Het apparaat bereikt niet de vereiste druk
1. Watertank vullen.
2. Zeef in de wateringang reinigen, watertoevoer controleren.
3. Controleer/vervang de hogedruksproeier.
Pomp ondicht
Tot 3 druppels wateruitlaat per minuut zijn toegestaan.
Laat bij grotere ondichtheid het apparaat door de klantenser-
vice controleren.
Pomp klopt
Controleer de watertoevoerleiding op dichtheid.
Ontlucht het apparaat, zie hoofdstuk "Apparaat ontluchten".
Neem indien nodig contact op met de klantenservice.
Nederlands
Hulp bij storingen
223