7
Bediening zonder DMX-lichtregelaar
De stroboscoop kan via de geïntegreerde microfoon
door muziek met een duidelijk ritme in het basbereik
worden gestuurd.
7.1 Gebruik als vrijstaand apparaat
Bij bediening van een enkele stroboscoop stelt u het
apparaat in op mastermodus: stel de schakelaar
nr. 10 van het DIP-schakelaarblok (10) in op "ON"
(de stand van de overige schakelaars heeft geen
betekenis).
Stel het geluidsvolume van de muziekinstallatie
zo in dat de dynamiek van de muziek door de licht-
flitsen optimaal wordt weergegeven. De rode LED
(11) flikkert als het apparaat door een muzieksignaal
wordt gestuurd.
De mastermodus bij bediening van een vrijstaand apparaat
7.2 Master/slavebediening
U kunt maximaal 4 STROBE-1500DMX-apparaten
in een ketting aaneenschakelen om zo via de micro-
foon van het centrale apparaat (master) alle overige
randapparaten (slaves) te besturen.
7.2.1 Aansluiting
Verbind de DMX-uitgang (8) van het centrale appa-
raat via een 3-polige XLR-kabel met de DMX-ingang
(7) van het eerste nevenapparaat. Verbind de DMX-
uitgang van het eerste nevenapparaat met de DMX-
ingang van het tweede nevenapparaat en de DMX-
uitgang hiervan met de DMX-ingang van het derde
nevenapparaat.
7.2.2 Instellingen van de DIP-schakelaar
Met de DIP-schakelaar (10) moeten de apparaten
verschillend worden geadresseerd en op master- of
slavemodus worden ingesteld. Stel de schakelaars
als volgt in:
7
Funcionamiento sin controlador DMX
Mediante su micrófono integrado, el estroboscopio
puede controlarse mediante la música si existe un
ritmo claro en el rango de graves.
7.1 Funcionamiento como unidad individual
Cuando utilice un solo estroboscopio, coloque el
apa rato en modo Master: ponga el interruptor DIP 10
del conjunto de interruptores DIP (10) en posición
"ON" (la posición de los demás interruptores no es
importante).
Ajuste el volumen de la música de modo que la
eficiencia dinámica de la música se reproduzca ópti-
mamente con los destellos. El LED rojo (11) parpa-
deará cuando el aparato se controle mediante una
señal de música.
Modo Master en caso de funcionamiento individual
7.2 Modo Master/Slave
Cabe la posibilidad de interconectar hasta 4 apara-
tos STROBE-1500DX en cadena para controlar
todas las unidades Slave mediante el micrófono de
la unidad Master.
7.2.1 Conexión
Conecte la salida DMX (8) de la unidad Master
mediante un cable XLR de 3 polos a la entrada DMX
(7) de la primera unidad Slave. Conecte la salida
DMX de la primera unidad Slave a la entrada DMX
de la segunda y la salida DMX de ésta a la entrada
DMX de la tercera unidad Slave.
7.2.2 Ajustes de los interruptores DIP
Los interruptores DIP (10) se utilizan para asignar
diferentes direcciones a los aparatos y colocarlos en
modo Master o Slave. Coloque los interruptores
como se muestra a continuación:
Apparaat
Instellingen
Apparaat 1
(centraal apparaat)
Apparaat 2
(eerste nevenapparaat)
Apparaat 3
(tweede nevenapparaat)
Apparaat 4
(derde nevenapparaat)
7.2.3 Flitspatronen
De aaneengeschakelde apparaten flitsen volgens
vastgelegde patronen. Zes verschillende patronen
zijn geprogrammeerd:
1 1234 Full on
2 1-2-3-4 — 4-3-2-1
3 1-2-3-4-4-3-2-1
4 12-34 — 23-14
5 1-12-123-1234-123-12-1-Stop — 4-43-432-4321-432-43-4-Stop
6 1-2-1-2-3-4-3-4 — 4-1-4-1-3-2-3-2
1 = apparaat 1, 2 = apparaat 2, 3 = apparaat 3, 4 = apparaat 4
7.2.4 Afstandsbediening LC-3 / FSC-3
Via de afzonderlijk verkrijgbare afstandsbedienin-
gen LC-3 (figuur 2) en FSC-3 (voetbediening op
afstand; functioneert zoals LC-3) zijn er bijkomende
functies mogelijk:
1) Sluit de afstandsbediening aan op de jack ONLY
FOR REMOTE CONTROL (9) van het centrale
apparaat. [Op de ingang DMX IN (7) mag er geen
DMX-signaal aanwezig zijn.]
2) Met de toets MODE (14) wordt de bedrijfsmodus
(weergegeven door de LED naast de toets) en de
Unidad
Unidad 1
(unidad Master)
Unidad 2
(primera unidad Slave)
Unidad 3
(segunda unidad Slave)
Unidad 4
(tercera unidad Slave)
7.2.3 Modelos de destello
Los aparatos interconectados parpadean según
modelos definidos. Se han programado 6 modelos:
1 1234 Full on
2 1-2-3-4 — 4-3-2-1
3 1-2-3-4-4-3-2-1
4 12-34 — 23-14
5 1-12-123-1234-123-12-1-Pausa — 4-43-432-4321-432-43-4-Pausa
6 1-2-1-2-3-4-3-4 — 4-1-4-1-3-2-3-2
1 = aparato 1, 2 = aparato 2, 3 = aparato 3, 4 = aparato 4
7.2.4 Controles remotos LC-3 / FSC-3
Los controles remotos LC-3 (fig. 2) y FSC-3 (mando
de pedal; el mismo funcionamiento que el LC-3), a
pedir separadamente, ofrecen funciones adicionales:
1) Conecte el control remoto a la toma ONLY FOR
REMOTE CONTROL (9) de la unidad Master.
[No puede haber ninguna señal DMX en la
entrada DMX IN (7).]
2) El botón MODE (14) se utiliza para seleccionar el
modo de funcionamiento (indicado por el LED
junto al botón); el botón FUNCTION (13) se uti-
liza para activar una función en el modo selec-
cionado:
toets FUNCTION (13) geselecteerd om een
functie in de geselecteerde modus op te roepen:
Modus "Audio" (De LED licht niet op):
muziekgestuurd flitsen, de geprogrammeerde
flitspatronen wisselen volgens de muziek; als
de toets FUNCTION ingedrukt wordt gehou-
den, flitsen alle stroboscopen tegelijk heel snel
Modus "Manual" (De LED licht op):
muziekgestuurd flitsen, uit de geprogram-
meerde flitspatronen kunt u met de toets
FUNCTION het gewenste patroon selecteren
Modus "Auto" (De LED knippert):
automatische afloop van de geprogram-
meerde flitspatronen; met de toets FUNCTION
kunt u wisselen tussen drie flitsfrequenties
(toets even indrukken) en drie flitshelderheids-
waarden (toets langer ingedrukt houden)
3) Met de toets STAND BY (12) kunt u alle appara-
ten naar de rustmodus (lamp uit) schakelen. In
de rustmodus licht de LED naast de toets op.
Druk opnieuw op de toets om de rustmodus uit te
schakelen.
Modo "Audio" (LED apagado):
Ajustes
Parpadeo controlado por música, los modelos
de destello programados cambian como la
función de la música; si se mantiene pulsado
el botón FUNCTION, todos los estroboscopios
parpadean rápidamente al mismo tiempo.
Modo "Manual" (LED encendido)
Parpadeo controlado por música, el botón
FUNCTION se utiliza para seleccionar el
modelo deseado de los modelos de destello
programados
Modo "Auto" (LED parpadeante)
Secuencia automática de los modelos de
destello programados; el botón FUNCTION se
utiliza para cambiar entre las tres velocidades
de destello (pulse el botón brevemente) y
entre las 3 intensidades (mantenga el botón
pulsado durante más tiempo).
3) Con el botón STAND BY (12), todos los aparatos
pueden pasarse al modo suspendido (lámpara
apagada). En el modo suspendido, el LED junto
al botón estará encendido. Para desactivar el
modo suspendido, pulse el botón nuevamente.
NL
B
E
15