8. Functies
8.1 Schermindicatoren
A) Indicator ontvangststerkte
Duidt aan hoe sterk de ontvangst is (hoe meer streepjes, hoe beter de ontvangst; raadpleeg ook het
hoofdstuk "8.3 Signaalsterkte").
B) Indicator camerakanaal
Het cijfer geeft het huidig op het scherm weergegeven ontvangstkanaal weer.
C) Indicator zoom
De ontvanger beschikt over een digitale zoomfunctie. Indien de zoom actief verschijnt, zoals hier-
boven in "figuur C", wordt de tekst "ZOOM" op het scherm weergegeven.
D) Statusindicator
Als de aanduiding "NO SIGNAL" verschijnt, betekent dit dat de ontvanger geen radiosignaal van de
zender of een geschikte radiocamera ontvangt. Zoek in dit geval naar een verbinding (ook "Pairing"
genoemd) (zie volgend hoofdstuk) of kies het overeenkomstige kanaal waarop de camera uitzendt.
8.2. Zoeken naar verbinding (pairing)
Wij raden u aan deze functie uit te voeren voor de montage die hiermee gebeurt om
een verkeerde montage te voorkomen.
Let er bij het zoeken naar een verbinding (ook pairing genoemd) op dat de gepairde
ontvanger/camera op het overeekomstige camerakanaal wordt afgesteld. De voor-
dien op dit kanaal afgestelde camera wordt daarmee gewist.
• Druk op de toets "menu"
• Kies met de navigatietoetsen
• Kies vervolgens het gewenste kanaal uit (1, 2, 3 of 4). Er kunnen in totaal 4 ontvangers of camera's
worden verbonden.
• Wanneer u het overeenkomstige kanaal hebt gekozen, drukt u op de toets
een verbinding te starten. U heeft nu 60 seconden de tijd om op de overeenkomstige "pairing-toets"
(2) op de zender of een geschikte radiocamera te drukken.
104
(11) op uw ontvanger of afstandsbediening.
het menupunt "Pair CAM".
om het zoeken naar