6
Bedieningspaneel
BEDIENINGSPANEEL
1 2
1. Controlelampje
2. ON/OFF schakelaar
3. Temperatuurregelaar (warmst)
4. Temperatuurweergave
5. Temperatuurregelaar (koudst)
6. FROSTMATIC controlelampje
7. FROSTMATIC schakelaar
8. TURBOCOOLMATIC controlelampje
9. TURBOCOOLMATIC schakelaar
De functies TURBOCOOLMATIC en FROSTMATIC kunnen niet tegelijkertijd worden ingescha-
keld.
Inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de schakelaar ON/OFF.
3. Het controlelampje gaat branden.
Uitschakelen
1. Houd de AAN/UIT-schakelaar langer dan 5 seconden ingedrukt.
2. Daarna wordt het aftellen van de temperatuur van -3 -2 -1 weergegeven Als "1" ver-
schijnt wordt het apparaat uitgeschakeld. Het temperatuurdisplay gaat uit. Het contro-
lelampje gaat uit.
Temperatuurdisplay
De temperatuurdisplay toont de momenteel ingestelde koelkasttemperatuur.
Temperatuurregeling
U kunt de temperatuur instellen tussen de +3°C en +8°C.
De huidige temperatuurinstelling gaat knipperen op het temperatuurdisplay door op de
temperatuurregelaars te drukken. U kunt de temperatuurinstelling alleen veranderen als het
display knippert.
• Om een hogere temperatuur in te stellen, drukt u op de temperatuurregelaar +.
• Om een lagere temperatuur in te stellen, drukt u op de temperatuurregelaar -.
De temperatuurdisplay toont de ingestelde temperatuur.
De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt.
3
4
5
6
7 8
9