18
Problemen oplossen
Probleem
Het controlelampje gaat
aan.
De compressor werkt
continu.
De compressor start niet
onmiddellijk na het druk-
ken op de FROSTMATIC -
of TURBO COOLMATIC-
schakelaar, of na het ver-
anderen van de tempera-
tuur.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld .
De temperatuur in het
apparaat is te laag/hoog.
De temperatuur in de
koelkast is te hoog.
De temperatuur in het
vriesvak is te hoog.
Er is te veel rijp.
Mogelijke oorzaak
Het lampje is stuk.
Het apparaat werkt niet goed.
De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
De deur is niet goed gesloten.
De deur is te vaak open gedaan.
De temperatuur van het voedsel
is te hoog.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Dit is normaal, er is geen sto-
ring.
FROSTMATIC of TURBO COOL-
MATIC is ingeschakeld.
De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
De deur is niet goed gesloten.
De temperatuur van het voedsel
is te hoog.
Er zijn veel producten tegelijk
geconserveerd.
Er is geen koude luchtcirculatie
in het apparaat.
Producten liggen te dicht op
elkaar.
Het voedsel is niet goed verpakt.
De deur is niet goed gesloten.
Oplossing
Zie "Het lampje vervangen".
Neem contact op met een gekwa-
lificeerde elektricien.
Stel een hogere temperatuur in.
Zie "De deur sluiten".
Laat de deur niet langer open
staan dan noodzakelijk.
Laat het voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
conserveert.
Verlaag de kamertemperatuur.
De compressor start na enige tijd.
Schakel FROSTMATIC of TURBO
COOLMATIC handmatig uit, of
wacht met het instellen van de
temperatuur tot de functie auto-
matisch wordt uitgeschakeld. Zie
" FROSTMATIC- of TURBO COOL-
MATIC-functie".
Stel een hogere/lagere tempera-
tuur in.
Zie "De deur sluiten".
Laat het voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
conserveert.
Conserveer minder producten te-
gelijk.
Zorg ervoor dat er koude luchtcir-
culatie in het apparaat is.
Berg de producten zodanig op dat
er koude lucht kan circuleren.
Verpak het voedsel op de juiste
manier.
Zie "De deur sluiten".