Storing
De diepvrieswaren zijn
vastgevroren.
Het vriesvak heeft een
dikke laag rijp.
De diepvrieswaren
ontdooien.
De temperatuur in de
verskoelruimte is te
koud of te warm.
Eventuele oorzaak
De omgevingstemperatuur is
kouder dan +16 °C.
De koelmachine slaat minder
vaak aan.
De vaste instelling is te hoog of
te laag ingesteld.
Oplossing
De diepvrieswaren met een bot voorwerp
losmaken.
Niet met een mes of een scherp voorwerp
losmaken. U kunt hierdoor de koelleidingen of het
kunststof oppervlak beschadigen.
Ontdooien van het vriesvak (zie Ontdooien).
Let erop dat de deur van het vriesvak goed dicht is.
De deur van het vriesvak moet hoorbaar
dichtklikken.
De ruimte verwarmen tot meer dan +16 °C.
De temperatuur in de verskoelruimte kan
gecorrigeerd worden (bijv. bij vorst in de
verskoelruimte).
Hiertoe toets Aan/Uit (1) uitschakelen. Toetsen 1 en
3 tegelijkertijd indrukken tot de indicatie 6 knippert.
Om de temperatuur in te stellen: toets 3 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur wordt
aangegeven.
Stand 0 koudste instelling
Stand 6 warmste instelling
Stand 4
fabrieksinstelling (rond 0 °C)
De cijfers op de indicatie komen niet overeen met de
temperaturen in ºC in de verskoelruimte.
De ingestelde temperatuur wordt na 1 minuut
opgeslagen in het geheugen en de indicatie schakelt
weer terug naar de actuele temperatuur in de
koelruimte.
89