4.9 Toetsvergrendeling
Als de toetsvergrendeling is ingeschakeld, zal er niets gebeuren bij het
indrukken van een willekeurige toets in de stand-bymodus (behalve bij
het indrukken van de toetsvergrendelingstoets).
1
2
Als de toetsvergrendeling is ingeschakeld, kunt u
inkomende oproepen nog steeds beantwoorden door op
de antwoordtoets te drukken. Het toetsenbord functioneert
normaal tijdens het gesprek. De toetsvergrendeling wordt
na het gesprek weer ingeschakeld.
4.10 Naam van de handset
U kunt de naam die op de display wordt aangegeven veranderen
(max. 12 tekens), mits er geen gesprek wordt gevoerd.
OK
OK
OK
4
5
6
G
J
M
H
K
N
L
I
O
OK
ESC
4.11 Toetstoon in-/uitschakelen
OK
OK
OK
OK
ESC
Houd de toetsvergrendelingstoets ingedrukt.
Het symbool verschijnt op de display.
Druk de toetsvergrendelingstoets opnieuw in om de
toetsvergrendeling uit te schakelen.
1
Druk op de Menu/OK-toets.
2
Selecteer "HANDSET" (HANDSET) en bevestig.
3
Selecteer "HANDSET NAAM" (HANDSET NAME)
en bevestig.
Verwijder de vorige naam met de toets voor
4
microfoon uit en voer een nieuwe naam in.
5
Druk op de toets om te bevestigen.
6
Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de
stand-bymodus.
1
Druk op de Menu/OK-toets.
Selecteer "HANDSET" (HANDSET) en bevestig.
2
3
Kies "TOETSTOON" (KEYPAD BEEP) en
bevestig.
4
Kies nu "AAN" (ON) of "UIT" (OFF).
5
Druk op de toets om te bevestigen.
6
Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de
stand-bymodus.
De telefoon bedienen
47