INSTALLATIE
Ingebruikname
9.4
Wateraansluiting en veiligheidsgroep monteren
Info
Voer alle werkzaamheden voor wateraansluiting en in-
stallatie uit conform de voorschriften.
f Spoel de leiding grondig door.
f
f Monteer een circulatieleiding op de aansluiting "circulatie"
f
(zie "Technische gegevens/afmetingen en aansluitingen").
Schroef het meegeleverde overgangsstuk met vlakke afdich-
ting en een verlenging erop.
f Monteer de warmwater-uitloopleiding en de koudwater-toe-
f
voerleiding met de veiligheidsgroep. Let er op dat daarvoor,
afhankelijk van de statische druk, eventueel ook een redu-
ceerafsluiter nodig is.
1
1 Koudwateraansluiting
2 Koudwatertoevoerbuis
f Sluit de koudwateraansluiting rechtstreeks aan of monteer
f
de aansluitbuis tussen de voeten.
f Bij het vastschroeven houdt u tegen met een sleutel (sleutel-
f
maat 36).
f Controleer de stabiliteit van de aansluitbuis en zet de aan-
f
sluitbuis eventueel extra vast.
f Dimensioneer de afvoerleiding op een wijze dat het water bij
f
volledig geopende veiligheidsklep ongehinderd kan worden
afgevoerd. De afblaasopening van de veiligheidsklep moet
geopend blijven in de richting van de atmosfeer.
f Monteer de afblaasleiding van de veiligheidsgroep met een
f
constante afwaartse helling.
f Houd rekening met de instructies in de installatiehandleiding
f
van de veiligheidsgroep.
www.stiebel-eltron.com
9.5
Thermometer en warmwatersensor monteren
1 Thermometer
f Steek de thermometer tot aan de aanslag in en lijn hem uit.
f
f Steek de warmwatersensor tot aan de aanslag naar keuze
f
in de dompelhuls voor de WP-aanvoersensor (aanbevolen
energiespaarpositie) of voor de WP-retoursensor (meer
warmwatercomfort).
10. Ingebruikname
2
f Open een na het toestel geplaatst tappunt totdat het toestel
f
is gevuld en het leidingnet luchtvrij is.
f Ontlucht de warmtewisselaar nadat het warmtepompsysteem
f
is gevuld.
f Monteer en controleer eventueel het toebehoren.
f
f Controleer de goede werking van de veiligheidsklep.
f
f Controleer of de warmwatertemperatuur correct wordt weer-
f
gegeven op het regeltoestel van de warmtepomp.
10.1 Overdracht van het toestel
f Leg aan de gebruiker de werking van het toestel uit en maak
f
hem vertrouwd met het gebruik ervan.
f Wijs de gebruiker op mogelijk gevaar, met name
f
verbrandingsgevaar.
f Geef deze instructies mee.
f
11. Buitendienststelling
f Verbreek eventueel de verbinding tussen het toestel met de
f
zekering in de huisinstallatie en de netspanning.
f Tap het toestel af. Zie hoofdstuk "Onderhoud/toestel
f
aftappen".
12. Storingen verhelpen
12.1 Storingstabel
Storing
De veiligheidsklep drup-
pelt na, wanneer de
verwarming is uitge-
schakeld.
Oorzaak
Oplossing
De klepzitting is vuil.
Reinig de klepzitting.
SBB 301-501 WP SOL |
1
41