Veiligheidsinrichtingen
Beveiligingselementen dienen ter bescher-
ming van de gebruiker en mogen niet bui-
ten gebruik gesteld worden of in de functie
omgaan worden.
Vergrendeling
Verhindert onbedoeld inschakelen van het
apparaat. Om het apparaat in te schakelen
de ontgrendelingsknop en daarna de IN/
UIT-schakelaar indrukken.
1 Handgreep
2 Schakelaar IN/UIT
3 Hendel hellingsverstelling
4 Reinigingsmiddeltank (optie)
5 Motorbehuizing
6 Houder voor extra gewicht (optie)
7 Borstel / schotelvormige schijf voor
pads met pad
8 Wiel
Vóór de inbedrijfstelling moet de duwstang
zoals weergegeven gemonteerd en moet
de elektrische verbinding met het apparaat
tot stand gebracht worden.
Afbeeldingen zie omslagpagina
Apparaat-elementen
9 Toerentalschakelaar (enkel BDS 43/Duo C)
10 Kabelhaak, zwenkbaar
11 Doseerhendel reinigingsmiddeloplossing
12 Stergreepschroef
13 Ontgrendelingsknop
14 Netkabel
15 Meenemer, schijvenborstel/ schotelvor-
– 2
NL
Duwstang monteren
mige schijf voor pads
41