®
Bluetooth
HET IN/ UITSCHAKELEN VAN DE Bluetooth-FUNCTIE
U kunt de Bluetooth-functie In-/Uitschakelen.
1 Open Menu Nr. 930.
Wanneer de Bluetooth-functie is ingeschakeld, verschijnt
<
> op het scherm.
[On]: Schakelt de Bluetooth-functie in.
[Off]: Schakelt de Bluetooth-functie uit.
Verbinding maken met een Koptelefoon (Koppeling)
Wanneer u de transceiver met een Bluetooth-compatibel
apparaat verbindt, moet u de apparaten eerst koppelen.
Koppelen is een functie voor het registreren van apparaten
voor een Bluetooth-verbinding als een verbindingspaar.
Het volgende legt uit hoe u verbinding krijgt via Bluetooth met
behulp van een voorbeeld van een commercieel verkrijgbare
koptelefoon.
Opmerking:
◆ Om het apparaat aangesloten te laten zijn met de transceiver
via Bluetooth, moet u een hoofdtelefoon of een ander apparaat
aanschaffen dat compatibel is met Bluetooth. Raadpleeg ook de
handleiding van het apparaat.
◆ Een verbinding kan onmogelijk zijn, afhankelijk van de
specifi caties of instellingen van het apparaat. Er is geen garantie
dat de transceiver in staat zal zijn om draadloos te communiceren
met alle Bluetooth-apparaten.
1 Open Menu Nr. 930 om de Bluetooth-functie in te
schakelen.
2 Plaats de koptelefoon (het aan te sluiten apparaat) in de
buurt van de transceiver.
• Plaats het binnen ongeveer 1 meter van elkaar.
3 Stel de hoofdtelefoon (aan te sluiten apparaat) in bij de
koppeling-modus (Bluetooth-verbinding standby-staat).
• Voor hoe de koppeling-modus in te schakelen,
raadpleegt u de handleiding van de hoofdtelefoon (het
aan te sluiten apparaat).
4 Open Menu Nr. 932. Een apparaat-zoektocht begint en het
herkende apparaat wordt toegevoegd aan de Bluetooth-
apparaat zoeklijst.
5 Selecteer het apparaat dat verbonden moet worden.
Wanneer u het apparaat aansluit dat al is geselecteerd, ga
door naar stap 6.
• Als u het apparaat selecteert en drukt op [
verschijnt het informatie-scherm van het Bluetooth-
apparaat. U kunt de naam van het apparaat, het
apparaat-adres, en de apparaat-klasse, bevestigen.
N-40
6 Druk op [A/B].
[Connecting...] scherm verschijnt.
7 Maak de verbindingsbewerking via de koptelefoon.
Wanneer de koptelefoon is aangesloten, verschijnt <
op het scherm.
• Raadpleeg de handleiding van de koptelefoon, omdat de
verbinding afhangt van de koptelefoon.
Opmerking:
◆ Het volume van de koptelefoon kan niet worden aangepast met
behulp van de [VOL]-knop van de transceiver. Pas het volume
aan door het volume van de koptelefoon aan te passen.
Het invoeren van de Pincode
Bij het zoeken naar het apparaat, zal u misschien worden
gevraagd om de Pincode in te voeren, afhankelijk van het
apparaat dat moet worden verbonden.
Wanneer u wordt Gevraagd om de Pincode in te Voeren
Het invoerscherm voor de pincode verschijnt. Raadpleeg de
handleiding van het apparaat dat wordt aangesloten en voer de
pincode in met behulp van de cijfertoetsen en druk op [A/B].
Als u drukt op [
de pincode wordt weergegeven, dan verschijnt het
informatiescherm van het Bluetooth-apparaat. U kunt
de naam van het apparaat, het apparaat-adres, en de
apparaat-klasse, bevestigen.
Opmerking:
◆ De Pincode verschilt, afhankelijk van het apparaat dat wordt
aangesloten. Raadpleeg de handleiding van het Bluetooth-
apparaat en voer de juiste Pincode in.
De verbinding met een Bluetooth-apparaat verbreken
U kunt de verbinding met een gekoppeld Bluetooth-apparaat
verbreken om de communicatie te stoppen.
1 Open Menu Nr. 933.
2 Selecteer het apparaat.
• Bij het losmaken van het apparaat dat al is geselecteerd,
ga dan naar stap 3. Als u op [
informatie-scherm van het Bluetooth-apparaat. Als u het
apparaat selecteert dat losgekoppeld dient te worden en
drukt op [
het Bluetooth-apparaat. U kunt de naam van het apparaat,
het apparaat-adres, en de apparaat-klasse, bevestigen.
Drukken op [MODE] keert u terug naar het vorige scherm.
], dan
3 Druk op [A/B].
Het ontkoppelingsproces begint.
• Als 30 seconden of meer verstrijkt tijdens het
ontkoppeling-proces, dan verschijnt het ontkoppeling
falen scherm van het Bluetooth-apparaat. Drukken op
[A/B] keert u terug naar het frequentiescherm. Voer de
procedure nogmaals uit vanaf stap 1.
] wanneer het invoerscherm voor
] drukt, dan verschijnt het
], dan verschijnt het informatie-scherm van
>