b) Opbouw van een master-slave ketting
Het lichteffect kan alternatief voor het bedrijf via een DMX-controller ook worden gebruikt als apparaat binnen een
master-slave ketting. Hierbij dient de ingebouwde controller van het master-apparaat als stuurcontroller voor de aan-
gesloten GM-313 accu LED-spots slave-apparaten.
Er kunnen max. 30 GM-313 accu LED-spots in een DMX-ketting worden opgenomen, omdat anders de
controller wordt overbelast.
De maximale totale lengte van de DMX-ketting mag 200 m niet overschrijden.
• Verbind de aansluiting DMX OUT van het master-apparaat met de aansluiting DMX IN van het eerste slave-
apparaat.
• Verbind dan de aansluiting DMX OUT van het eerste slave-apparaat met de aansluiting DMX IN van het volgende
slave-apparaat.
• Ga met alle volgende slave-apparaten op dezelfde manier te werk.
• Steek in de aansluiting DMX OUT van het laatste slave-apparaat een XLR-stekker met afsluitweerstand (zoals
beschreven onder "Aansluiting van een DMX-controller").
c) Montage van de 2,4 GHz antenne
Het lichteffect kan anders voor kabelmodus ook via de ingebouwde 2,4 GHz DMX transmitter/receiver snoerloos
worden gebruikt. De gebruikte DMX-controller moet daarvoor met een overeenkomstige DMX-draadloze zender zijn
uitgerust.
• Schroef de 2,4 GHz antenne op de antennebus aan de achterzijde van het apparaat vast.
9. Netaansluiting
Het stopcontact waarop het lichteffect wordt aangesloten, moet zich in de buurt van het apparaat bevinden
en makkelijk toegankelijk zijn zodat het apparaat in geval van storingen snel en zonder gevaren van de
netspanning kan worden gescheiden.
Wees voorzichtig bij het omgaan met netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning kan levensgevaarlijke
elektrische schokken veroorzaken.
Zorg bij het aansluiten dat de aansluitkabel niet worden afgekneld of door scherpe randen kan worden
beschadigd.
Laat kabels niet los liggen. Deze dienen op deskundige wijze gelegd te worden om gevaar voor ongevallen
te voorkomen.
Let voor het verbinden van het netsnoer op dat de aan het lichteffect aangesloten apparaatspanning
met de aanwezige netspanning overeenstemt. Als de gegevens niet overeenkomen met de beschikbare
netspanning, kunt u het apparaat niet aansluiten. Bij een verkeerd ingestelde voedingsspanning kan het
komen tot onherstelbare schade aan het apparaat en tot gevaar voor de gebruiker.
• Verbind de eurostekker van het netsnoer met de IEC-netaansluiting POWER IN van het apparaat.
• Steek de netstekker van het netsnoer in een stopcontact met randaarde.
64