Lampen vervangen
ã=
Risico van brandwonden en elektrische schokken!
door defecte lampen. De zekering uitschakelen of de stekker
uit het stopcontact trekken. Een defecte lamp altijd direct
vervangen (lamp eerst laten afkoelen) om overbelasting
van de andere lampen te voorkomen.
Belangrijk! Gebruik alleen lampen van hetzelfde type
en hetzelfde vermogen (zie de lampfitting of het typeplaatje
in de binnenruimte van het apparaat – daartoe het metalen
vetfilter demonteren).
Halogeenlampen vervangen
Aanwijzing: Het glas van de halogeenlamp mag
bij het aanbrengen niet worden aangeraakt. Gebruik
bij het aanbrengen van de halogeenlampen een schone doek.
De lampring voorzichtig verwijderen met geschikt
1.
gereedschap.
De lamp verwijderen en vervangen door een lamp
2.
van hetzelfde type.
Lampafscherming aanbrengen.
3.
Stekker in het stopcontact steken of de zekering weer
4.
inschakelen.
Gloeilampen vervangen
Lampafscherming iets optillen en naar de buitenzijde van het
1.
apparaat duwen.
De lamp uitdraaien en vervangen door een lamp
2.
van hetzelfde type.
Lampafscherming aanbrengen.
3.
Stekker in het stopcontact steken of de zekering weer
4.
inschakelen.
LED-lampen
Defecte LED-lampen mogen alleen worden vervangen door de
fabrikant, zijn klantenservice of een erkend vakman
(elektromonteur).
ã=
Verwondingsgevaar!
door LED-lampen uit risicogroep 1. Niet langer dan
100 seconden direct in de ingeschakelde LED-lampen kijken.
33