Nederlands
VOOR UW VEILIGHEID!
Algemene aanwijzingen
Voor gebruik van het apparaat
absoluut lezen en opvolgen!
♦ Wanneer u bij het uitpakken
transportschade vaststelt, dient u
contact op te nemen met uw
leverancier.
♦ Lees voor de ingebruikneming de
gebruiksaanwijzing van de machine
door en let met name op de
veiligheidsvoorschriften.
♦ De op de machine aangebrachte
waarschuwings- en
instructieplaatjes geven belangrijke
informatie over veilig gebruik.
♦ Naast de aanwijzingen uit de
gebruiksaanwijzing moeten de
algemene wettelijke voorschriften
m.b.t. de veiligheid en het
voorkomen van ongelukken worden
opgevolgd.
Toepassing
♦ Voor gebruik moet worden
gecontroleerd of de machine en de
bijbehorende inrichtingen geen
gebreken vertonen en veilig
werken. Wanneer de machine
gebreken vertoont, mag deze niet
worden gebruikt.
♦ Er mogen geen veranderingen aan
de machine worden uitgevoerd.
♦ De machine is bestemd voor het
vegen van oppervlakken binnen en
buiten.
♦ Nooit explosieve vloeistoffen,
brandbare gassen, onverdunde
zuren en oplosmiddelen opzuigen!
Hieronder vallen benzine,
verfverdunner of stookolie (die door
vermenging met de aanzuiglucht
explosieve dampen of mengsels
kunnen vormen) en aceton,
onverdunde zuren en
oplosmiddelen (deze tasten
namelijk de in het apparaat
gebruikte materialen aan).
♦ Geen brandende of smeulende
voorwerpen opvegen/opzuigen.
♦ Deze machine is alleen geschikt
voor het opzuigen van schadelijk
stof wanneer dit uitdrukkelijk is
aangegeven. Volg de
veiligheidstechnische aanwijzingen
uit de gebruiksaanwijzing op.
♦ Alleen geschikt voor de in de
gebruiksaanwijzing aangegeven
vloerbedekkingen.
♦ Er mag alleen worden gereden op
oppervlakken die door de
ondernemer of zijn
vertegenwoordiger zijn toegestaan.
♦ Verblijven in gevarenzones is
verboden. Het gebruik in ruimten
met explosiegevaar is verboden.
♦ Over het algemeen geldt het
volgende:: licht ontvlambare stoffen
uit de buurt van de machine
houden(explosie-/brandgevaar).
Bediening
♦ Principieel moeten de
voorzorgmaatregelen, regels en
verordeningen in acht worden
genomen die voor auto's gelden.
♦ De bediener dient de machine
volgens de voorschriften te
gebruiken. De bediener moet bij het
rijden rekening houden met de
plaatselijke omstandigheden en bij
het werken met de machine letten
op derden, met name op kinderen.
♦ De machine mag alleen worden
gebruikt door personen die zijn
getraind in het gebruik van de
machine of blijk hebben gegeven
van hun bekwaamheid om de
machine te bedienen en
uitdrukkelijk met het gebruik zijn
belast.
♦ De machine mag niet door kinderen
of jeugdigen worden gebruikt.
♦ Om bij machines die van een
contactslot zijn voorzien onbevoegd
gebruik van de machine te
voorkomen, moet de contactsleutel
uit het slot worden gehaald.
KMR 1000 T
♦ De machine mag nooit onbeheerd
worden achtergelaten wanneer de
motor draait. De bediener mag de
machine pas verlaten als de motor
is uitgeschakeld, de machine tegen
onopzettelijke bewegingen is
beveiligd en eventueel de
blokkeerrem is ingeschakeld en de
contactsleutel uit het slot is
gehaald.
♦ Op schuine vlakken mag de
zijwaartse hellingshoek en de
hellingshoek in de rijrichting de in
de gebruikaanwijzing opgegeven
waarde niet overschrijden.
Transport
♦ Bij transport van de machine moet
de motor worden uitgeschakeld.
♦ De blokkeerrem worden
vergrendeld.
♦ De machine met spanriemen,
touwen of kettingen worden
vastgezet.
♦ De machine worden geblokkeerd
door blokken voor de wielen te
leggen.
Onderhoud
♦ Voordat de machine wordt
gereinigd en onderhouden en
voordat onderdelen worden
vervangen of een andere functie
wordt ingeschakeld, moet de
machine worden uitgezet en
eventueel de contactsleutel uit het
slot worden gehaald.
♦ Bij machines met accuvoeding
moet bij werkzaamheden aan de
elektrische installatie de
accustekker worden losgetrokken
of de klem van de accu worden
losgemaakt.
♦ De machine niet met een
vloeistofspuit reinigen.
♦ Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door officiële
servicediensten of door vakmensen
die op de hoogte zijn van alle van
toepassing zijnde
veiligheidsvoorschriften.
♦ Verplaatsbare machines voor
industriële toepassingen moeten
voldoen aan de veiligheidscontrole
volgens VDE 0701.
♦ Alleen de op het apparaat
gemonteerde of de in de
gebruiksaanwijzing aangegeven
borstels/schijven gebruiken. Het
gebruik van andere
borstels/schijven kan de veiligheid
in gevaar brengen.
♦ De machine mag niet met een
slang of hogedrukreiniger worden
gereinigd (kans op kortsluiting of
andere schade).
Accessoires en reserveonderdelen
♦ Er mogen alleen accessoires en
reserveonderdelen worden gebruikt
die door de fabrikant zijn
toegestaan. Wanneer originele
accessoires en originele
onderdelen worden gebruikt, is
verzekerd dat de machine veilig en
storingsvrij kan worden gebruikt.
Machines met stoel
♦ Machines met stoel zijn niet
toegestaan op de openbare weg.
Vraag uw leverancier naar de
ombouwset voor gebruik op de
openbare weg.
♦ Het meenemen van begeleiders is
niet toegestaan.
♦ Machines met stoel mogen alleen
vanuit de stoel in beweging worden
gebracht.
53
Machines met benzinemotor
♦ De uitlaat mag niet worden
afgedicht.
♦ Niet over de uitlaat buigen of de
uitlaat aanraken (kans op
brandwonden).
♦ Aandrijfmotor niet aanraken of
vastpakken (kans op
brandwonden).
♦ Wanneer de machine binnen wordt
gebruikt, moet voor voldoende
ventilatie en afvoer van de
uitlaatgassen worden gezorgd.
(vergiftigingsgevaar)
♦ Afgewerkte gassen zijn giftig en
gevaarlijk voor de gezondheid,
deze mogen niet ingeademd
worden.
♦ De motor loopt ca. 3...4 s uit na het
uitschakelen. In deze periode
beslist niet in de buurt van de
aandrijving komen!
Bij machines met benzinemotor moet
bij het bijtanken op het volgende
worden gelet:
♦ Er mag alleen de in de
gebruiksaanwijzing aangegeven
brandstof worden gebruikt. Bij
gebruik van ongeschikte brandstof
bestaat explosiegevaar.
♦ Motor moet worden uitgeschakeld.
♦ Niet in gesloten ruimtes tanken.
♦ Let erop dat er geen brandstof op
hete oppervlakken terechtkomt.
♦ Tijdens het tanken geen brandende
of smeulende voorwerpen
gebruiken, bij u dragen of in de
buurt van de machine brengen
(explosiegevaar).
♦ Vul de tank maximaal tot 1 cm
onder de onderrand van de
vulopening (de brandstof zet
namelijk uit bij verwarming).
♦ Veeg overgelopen brandstof weg
en sluit de tank goed af.