Stap 3:
Montage van de voetschaalbevestiging (31) en de verbindings-
buizen (38) op de pedaalkruk (11) en de steunbuis (49).
1. Schuif de greep as (58) in het steunbuis (49) en steck een gegolfte schijf
(54) en de twee verbindingsbuizen (38) op de greep as (58). Een onder-
legplatje 8//38 (36) and veerring for M8 (8) op het schroef M8x20 (14)
aanbrengen. De schroef (14) opdraaien en stevig vastdraaien.
(Let op! Rechts is vanuit de kijkrichting gezien, de rechterkant wanneer
men op het apparaat staat en traint.)
2. De rechter voetschaalbevestiging (31R) op de verbindingsbuizen (38)
steken. De openingen in de delen zo uitlijnen dat ze precies boven elkaar
liggen.
3. De zeskantschroef M8x75 (29) door de openingen steken. Vanaf de
andere kant een onderlegplatje 8//16 (25) aanbrengen en met een moer
M8 (21) vastdraaien. (Dit verbindingspunt moet gemakkelijk kunnen
bewegen. Draai de schroef daarom niet al te strak aan.)
4. Een gegolfte schijf (52) en de houder voor de voetschalenbevestigings (19)
van de rechter voetschaalbefestiging (31R) op de pedaalkruk (1) steken
en met de schroef M8x20 (14), veerring for M8 (8) en onderlegplatje
8//20 (15) vastschroeven.
5. De linkse voetschaalbevestiging (31L) incl. alle noodzakelijke onderdelen
op de linkerzijde van het apparaat monteren, precies zoals in hoofdstuk
2.-4. is beschreven.
6. Draai de aandrijving met de hand een paar slagen en schroef nu de
steunbuis (49) op het basisframe (1) van stap 2 stevig vastdraaien.
7. Schuiv de steunbuis bekleding (57) in positie.
Stap 4:
Montage van de voetschaalen (23) aan de voetschaalbevestiging (31).
1. De rechter voetschaal (23R) op de bevestiging (31R) steken. De openingen
in de delen zo uitlijnen dat ze precies boven elkaar liggen.
2. De sluitschroefen M6x50 (22) door de openingen steken. Vanaf de andere
kant een onderlegplatje 6//14 (77) aanbrengen en een stergreepmoer (53)
insteken en stevig vastdraaien.
3. De linker voetschaal (23L), zoals onder 1 en 2 beschreven aan de beve-
stiging (31L) monteren.
(Let op! Het onderscheid tussen de voetschalen rechts en links is aan
de hand van de randen aan de lange zijden van de voetschalen mogelijk.
De hoge randen van de voetschalen (23R+23L) moet steeds naar binnen
(naar basisframe (1) toe) zijn uitgelijnd. De zo ingestelde posities moeten
op beide zijden altijd gelijk zijn. De posities kunnen altijd door het uitne-
men van de sluitschroeven (22) en het verschuiven van de voetvlakken
altijd veranderen).
47