q
w
z
q
(1)
x
(1)
t
w
e
w
q
(2)
c
r
e
(2)
r
Blinde zoom
q Steek:
w Draadspanning:
e Naaivoet:
z Vouw een zoom met de achterkant naar boven tot een
marge van 0,4 ~0.7 cm.
q Achterkant van de stof
w 0,4 ~0.7 cm
(1) Zware stof
(2) Fijne en middelzware stof
x Plaats de stof zo dat de vouw aan de linkerkant van de
geleider op de naaivoet komt. Zet de naaivoet omlaag.
Pas de stand van de naalduitslag aan met de
steekbreedtetoets, zodat de naald net door de gevouwen
rand van de stof prikt wanneer de naald zich naar de
linkerkant beweegt.
e Vouw
r Geleider op naaivoet
c Open de stof met de voorkant naar boven.
De steken aan de voorkant van de stof zijn bijna onzichtbaar.
N.B.
Als de naald te ver naar links staat, worden de steken
zichtbaar aan de voorkant van de stof.
• Naaldstand afstellen
Druk op de steekbreedtetoets.
(1) Druk op het minteken (–) om de naald naar links te
verplaatsen.
(2) Druk op het plusteken (+) om de naald naar rechts te
verplaatsen.
De waarde geeft een afstand aan vanaf de middelste
naaldstand in mm.
r Afstand
t Middelste naaldstand
N.B.
De positie van de naalddaling zal zich naar de linker-of
rechterzijde verplaatsen, maar de steekbreedte blijft dezelfde.
62
A
Blindzoomvoet: G