Batterijen demonteren
Sleutelschakelaar op "0" draaien.
Batterijstekker uittrekken.
Vuilwaterreservoir naar achteren zwen-
ken.
Kabel van de minpool van de batterij
losmaken.
Resterende kabels van de batterijen af-
halen.
Batterijen eruit nemen.
Verbruikte batterijen conform de gel-
dende bepaleingen verwijderen.
Borstels monteren
De montage van de borstel is beschreven
in het hoofdstuk "Onderhoudswerkzaam-
heden".
Zuigbalk monteren
Zuigbalk zodanig in de ophanging
plaatsen dat de vormplaat boven de op-
hanging ligt.
Vleugelmoeren aanspannen.
Zuigslang plaatsen.
Werking
LET OP
Gevaar voor beschadiging!
Batterijstekker niet tijdens het gebruik los-
koppelen.
Instructie:
Breng voor een onmiddellijke buitenbedrijf-
stelling van alle functies de veiligheids-
schakelaar in stand "0".
Apparaat inschakelen
Zitpositie innemen.
Sleutelschakelaar op stand "1" zetten.
Het display geeft achtereenvolgens weer:
Periode tot de volgende klantendienst
–
Softwareversie, bedieningselement
–
Laadtoestand van de accu en aantal
–
bedrijfsuren
Parkeerrem controleren
GEVAAR
Ongevalgevaar. Voor elke werking moet de
functionaliteit van de parkeerrem op een
vlakke ondergrond gecontroleerd worden.
Zet het apparaat aan.
Rijrichtingsschakelaar op „vooruit" stellen.
Gaspedaal licht induwen.
De rem moet hoorbaar ontgrendelen.
Het apparaat moet op een vlakke on-
dergrond zacht beginnen te rollen. In-
dien het pedaal losgelaten wordt, ver-
grendelt de rem hoorbaar. Wanneer dat
niet het geval is, moet het apparaat bui-
ten bedrijf worden gesteld en de klan-
tendienst worden geraadpleegd.
38
Rijden
GEVAAR
Ongevalgevaar Als het apparaat niet meer
remt, gaat u als volgt te werk:
Als het apparaat op een platform met een
helling van meer dan 2% niet tot stilstand
komt, mag de sleutelschakelaar niet op 0
worden gezet. Het apparaat moet verder
worden verplaatst tot een horizontaal op-
pervlak wordt bereikt.
Nadat het horizontale oppervlak is be-
reikt, moet het apparaat worden stop-
gezet en de klantendienst worden ge-
raadpleegd.
Bijkomend moeten de onderhoudsin-
structies voor remmen in acht genomen
worden.
GEVAAR
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
In rijrichting mogen enkel stijgingen tot
8% bereden worden.
Stijgingen en dalingen alleen in lengte-
richting berijden, keer niet om.
Kantelgevaar bij snel door de bochten rij-
den.
Slipgevaar bij natte bodems.
In bochten langzaam rijden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
Het apparaat uitsluitend op bevestigde
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
Dwars op de rijrichting mogen slechts
stijgingen tot max. 8% bereden worden.
Rijden
Zitpositie innemen.
Hendel zuigbalk omhoog trekken en
vastklikken.
Pedaal reinigingskop omlaag drukken
en vastklikken.
Sleutelschakelaar op stand "1" zetten.
Rijrichting met de rijrichtingschakelaar
aan het stuurwiel instellen.
Rijsnelheid bepalen door het bedienen
van het gaspedaal.
Apparaat stoppen: Gaspedaal loslaten.
Instructie:
Bij een opgetilde reinigingskop wordt de
maximumsnelheid niet door de draaiknop
werksnelheid beïnvloed.
De rijrichting kan ook tijdens de reiniging
worden veranderd. Zo kan door meermaals
voor- en achteruitrijden een bepaalde plek
intensief worden gereinigd.
Bedrijfsstoffen vullen
Reinigingsmiddel
WAARSCHUWING
Beschadigingsgevaar. Gebruik uitsluitend
aanbevolen reinigingsmiddelen. Bij gebruik
van andere reinigingsmiddelen draagt de
exploitant het verhoogde risico wat betreft
de bedrijfsveiligheid en het ongevalgevaar.
Gebruik enkel reinigingsmiddelen die vrij
zijn van oplosmiddelen, zout- en fluorzuut.
Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-
delen in acht nemen.
Instructie:
Gebruik geen sterk schuimende reinigings-
middelen.
4
-
NL
Gebruik
Onderhoudsreiniging van
alle waterbestendige vloe-
ren
Onderhoudsreiniging van
blinkende oppervlakken
(bijv. Granit)
Onderhoudsreiniging en ba-
sisreiniging van industriële
vloeren
Onderhoudsreiniging en ba-
sisreiniging van fijne stenen
tegels
Onderhoudsreiniging van
stenen in de sanitaire sector
Reiniging en ontsmetting in
de sanitaire sector
Reiniging van alle alkalibe-
stendige vloeren (bijv. PVC)
Reiniging van linoleumvloe-
ren
Schoon water
Deksel van het schoonwaterreservoir
openen.
Reservoir voor de helft met schoon wa-
ter (maximaal 50 °C) vullen.
Vullen met reinigingsmiddel.
Reservoir met water bijvullen.
Deksel van het schoonwaterreservoir
sluiten.
Zuigbalk instellen
Schuine stand
Voor de verbetering van het zuigresultaat
op stenen ondergronden kan de zuigbalk
tot 5° schuine stand verdraaid worden.
Vleugelmoeren lossen.
Zuigbalk draaien.
Vleugelmoeren aanspannen.
Helling
Bij onvoldoende afzuigresultaat kan de hel-
ling van de rechte zuigbalk veranderd wor-
den.
1 Draaikruk
2 Spanhefboom
Reinigings-
middel
RM 746
RM 780
RM 755 es
RM 69 ASF
RM 753
RM 751
RM 732
RM 752
RM 754