BEDIENING SELECT-DRIVE
Terwijl de motor draait en het
snijmiddel roteert, duwt u de
bediening Select Drive [1] in
om de maaier vooruit te
bewegen.
Normale bediening is met uw
hand comfortabel rond de
stuurstang en de bediening
Select Drive. Duw de
bediening Select Drive met uw duim in de inkeping voor versterkte
werking (op een heuvel, of door dik gras).
U kunt de rijsnelheid verminderen door de bediening Select Drive
gedeeltelijk los te laten.
Rijsnelheid varieert naargelang het terrein, de grashoogte, helling en
het gewicht van de graszak. Door de knop Select Drive te bewegen of
het variëren in het vooruit duwen van de bediening Select Drive, kunt
u
de
gewenste
rijsnelheid
veranderende maaiomstandigheden.
Laat de bediening Select Drive los om de achterwielen te ontkoppelen
(te stoppen).
Ontkoppel de aandrijving tijdens het maaien rond bomen en andere
obstakels. Duw de maaier rond obstakels voor een betere directionele
controle.
De bedieningsknop Select Drive afstellen
Met de bedieningsknop
Select Drive kunt u de
maximale rijsnelheid
afstellen wanneer de hendel
Select Drive volledig is
ingeschakeld.
Afstelling gaat van MIN tot
MAX. Met de hendel Select
Drive volledig ingeschakeld:
MIN
zal
de
grasmaaier
voortbewegen
aan
de
laagste snelheid.
MAX zal de grasmaaier voortbewegen aan de hoogste snelheid.
MAAIHOOGTEHENDELS
De maaihoogte kan op zes
niveaus worden ingesteld.
Deze zijn hiernaast bij
benadering aangegeven. De
feitelijke maaihoogte is
afhankelijk van de conditie
van het gazon en de
bodemgesteldheid.
Elk wiel heeft een eigen
maaihoogtehendel [1].
SELECT DRIVE
CONTROL
[1]
handhaven
onder
voortdurend
CONTROL
[2]
19 mm
32 mm
46 mm
62 mm
75 mm
88 mm
101 mm
[1]
MAAISELRICHTERKNOP
De maaiselrichterknop [1]
regelt het opvangen in zak,
mulchen, en afvoer aan de
achterkant. De knop heeft
tien instelmogelijkheden.
VOORDAT U GAAT MAAIEN
BENT U KLAAR OM TE MAAIEN?
Draag beschermende kleding. Een lange broek en oogbescherming
kunnen het risico op letsels veroorzaakt door weggeslingerde
voorwerpen, verminderen. Draag schoeisel dat uw voeten beschermt
en dat een stevige grip biedt op hellingen of oneffen terrein.
HET GAZON INSPECTEREN
Inspecteer voor uw eigen veiligheid en die van anderen altijd eerst het
te maaien oppervlak.
Voorwerpen
Alles dat door een mes kan worden weggeslingerd is een mogelijk
gevaar voor u en voor anderen. Verwijder stenen, takken, botten,
staaldraad e.d. van het te maaien oppervlak.
Mensen en dieren
Mensen en dieren nabij het te maaien oppervlak kunnen in de baan
van de gazonmaaier komen of in een positie waar ze geraakt kunnen
worden door weggeslingerde voorwerpen. Zorg dat zich geen
mensen, en vooral geen kinderen, of huisdieren in de buurt bevinden.
Hun veiligheid is uw verantwoordelijkheid.
Gazon
Kijk hoe hoog het gras is en hoe het er bij staat om de maaihoogte en
de snelheid te bepalen.
Maai het gras niet als het nat is. Niet alleen raakt het maaidek
daardoor verstopt en klontert het gemaaide gras op het gazon, maar
nat gras geeft ook weinig grip en vergroot het risico dat u uitglijdt.
DE MAAIER CONTROLEREN
Messen
1. Zet de gashendel in
de STOP-stand
(bladzijde 4).
2. Draai de
brandstofkraan
DICHT (bladzijde 4).
3. Maak de bougiekap
los van de bougie
(bladzijde 13).
4. Kantel de maaier om
naar rechts zodat de
brandstofdop naar
boven is gericht. Zo help u lekken voorkomen, en vermijdt u dat er
motorolie doorsijpelt in de luchtfilter en dat de motor moeilijk start.
NEDERLANDS
[1]
[2]
[1]
5