OEFENING 7: DE BINNENKANT VAN HET DIJBEEN REKKEN
Ga op de grond zitten, en doe uw beide voeten met de voetzolen
tegen elkaar. Trek de hielen zo dicht mogelijk naar u toe, en beweeg
uw knieën voorzichtig naar de grond naar beneden. Gebruik geen
grote kracht, en druk nooit uw knieën met uw handen naar beneden.
Rek enkel zo ver dat u geen pijn voelt.
Houd de rekhouding vast gedurende ca. 5 tot 10 seconden
(opwarming) of ca. 30 seconden (afkoeling).
Herhaal deze oefening twee keer.
OEFENING 8: DE KUITSPIEREN EN DE ACHILLESPEES
REKKEN
Ga recht staan met uw voeten op schouderbreedte uit elkaar. Buig
nu door uw heup naar voren en naar beneden. Probeer daarbij om
net uw handen zo dicht mogelijk bij uw voeten te komen. Houd deze
houding afhankelijk van de fase ca. 5 tot 10 seconden (opwarming)
of ca. 30 tot 40 seconden (afkoeling) aan. Herhaal dit twee keer.
OEFENING 9: DE ACHTERKANT VAN HET BOVENBEEN
REKKEN
Ga op de grond zitten. Houd een been naar uzelf gehoekt
en strek het andere been naar voren, zoals wordt getoond.
Buig u naar voren en beweeg uw hand aan de kant van het
gestrekte been zo ver mogelijk naar de voet van dat been.
Let op dat u geen pijn voelt. Gevorderde personen kunnen
de voet vastnemen en deze eventueel aan de tenen naar
achter trekken, zodat ook de kuit wordt gerekt.
Houd de rekhouding vast gedurende ca. 5 tot 10 seconden
(opwarming) of ca. 30 seconden (afkoeling).
Herhaal dit twee keer aan elke kant.
6. AANWIJZINGEN VOOR HET OEFENEN MET DE REKSTANG
Algemene aanwijzingen
• Bouw de intensiteit van uw training langzaam op, en neem voldoende lange pauze
tussen de oefeningen.
• Voer de oefening nooit in korte uitbarstingen en snel uit, maar altijd rustig en
gelijkmatig.
• Adem gelijkmatig. Adem uit wanneer de spieren gespannen zijn. Adem in wanneer
de spieren ontspannen zijn.
• Gebruik een antislipmat wanneer u de rekstang op een gevoelige en/of gladde
ondergrond gebruikt.
SP-PUB-012-IM-INT.indb 36
36
23/1/15 4:47 pm