sieve medische implantaten negatief
beïnvloeden. Om het risico op ernsti-
ge of dodelijke letsels te reduceren,
adviseren wij personen met medische
implantaten om hun arts en de fabri-
kant van het medische implantaat te
raadplegen voordat zij het apparaat
bedienen.
Installatie
Voor een gedetailleerde beschrijving
verwijzen wij u naar de aparte installa-
tiehandleiding.
Instructies
• Schets uw tuin voor de installatie.
• Druk het liniaal uit de verpakking.
Hebt u ondersteuning
nodig?
Wij bieden een installatiedienst aan.
Meer informatie vindt u op onze web-
site: www.grizzlytools.de/service/
maehroboter-installationsservice
Benodigde gereedschappen
en hulpmiddelen
(niet meegeleverd)
• Kruiskopschroevendraaier
• Draadstriptang
• Meetlint
• Hamer
Voedingseenheid
bevestigen
WAARSCHUWING! Contact met
elektrische leidingen kan leiden tot
elektrische schokken en brand, con-
tact met een gasleiding kan leiden tot
een explosie. Beschadiging van een
waterleiding kan leiden tot materië-
le schade en een elektrische schok.
Zorg er tijdens het boren voor dat u
geen nutsleidingen beschadigt. Ge-
bruik geschikte detectoren om deze
op te sporen of raadpleeg een instal-
latieplan.
Instructies
• Bewaar de voedingseenheid (14)
niet rechtstreeks op de vloer.
• De voedingseenheid (14) moet op
een hoogte worden geplaatst die
ontoegankelijk is voor kinderen
(bijv. een hoogte van 160 cm).
• De schroefkop kan een diameter
van 7 - 10 mm hebben.
Benodigde gereedschappen en
hulpmiddelen
(niet meegeleverd)
• Potlood
• Meetlint
• 2x Schroeven
• 2x Deuvel
• Boor
Procedure
1. Markeer twee boorgaten met een
potlood.
2. Boor de boorgaten met een ge-
schikte boor.
3. Druk twee deuvels in de boorga-
ten.
4. Bevestig de voedingseenheid (14)
aan de wand met twee schroeven.
Laadstation monteren
(Fig. B/C)
Het laadstation (20) bestaat uit een
laadeenheid (21) en bodemplaat (24).
1. Plaats de laadeenheid (21) met de
twee nokken eerst in de bodem-
plaat (24).
2. Druk de laadeenheid (21) naar be-
neden zodat deze stevig in de bo-
demplaat zit.
3. Bevestig de laadeenheid (21) met
de vier bijgevoegde schroeven (15)
van onder aan de bodemplaat (24).
NL
BE
145