Elixo Smart io
6. AANSLUITEN VAN DE RANDORGANEN
Waarschuwing
Bij deze werkzaamheden moet de spanning zijn uitgeschakeld.
6.1. Algemeen bedradingsschema - Fig. 16
Klemmen
Aansluiting
1
L
230 V voeding
2
N
3
Aux
Verlicht gebied
4
Spanningsvrij contact
5
Flits
Uitgang oranje licht
24 V - 15 W
6
7
‐
Voeding 24 V acces-
soires
8
+
9
Tx
Voeding van zender
met fotocel voor
zelftest
10
Batt
Accu
11
12
Ingang commando
TOTAAL
13
Gemeenschappelijk
14
Ingang commando
VOETGANGER
15
Test
Uitgang test veiligheid
16
Se
Veiligheidsingang
contactstrip
17
Gemeenschappelijk
18
Cel
Veiligheidsingang
cellen
19
Ant
Antennemassa
20
Antennekern
6.2. Beschrijving van de verschillende
randapparatuur
6.2.1. Foto-elektrische cellen
► Werking zonder foto-elektrische cellen (standaardconfiguratie
af fabriek)
- Brug tussen de klemmen 17 en 18.
- Standaardparameter P4 = 1.
► Standaardcellen zonder zelftest - Fig. 17 A
1) Verwijder de brug tussen de klemmen 17 en 18.
2) Sluit de kabels aan op de cellen.
3) Programmeer P4=1.
► Standaardcellen met zelftest door voedingsomschakeling - Fig.
17B
Waarschuwing
Bij besturing buiten het zicht of een automatisch sluitend systeem
(P0=2 of 3) is het installeren van dit type cellen verplicht.
1) Verwijder de brug tussen de klemmen 17 en 18.
2) Sluit de kabels aan op de cellen.
3) Programmeer P4=3.
Toelichting
Aardingspunt aan de onder-
kant van de motor
230V - 500 W max
• hetzij 5 compacte fluo-
rescentie- of ledlampen
• hetzij 2 voedingseenhe-
den voor laagspannings
ledlampen
• hetzij 1 halogeenverlich-
ting van max. 500 W
Compatibele batterij 9,6V
Spanningsvrij contact NO
Spanningsvrij contact NO
Spanningsvrij contact NC
Spanningsvrij contact NC
of BUS
► Bus-cellen 2 draden - Fig.17C
1) Verwijder de brug tussen de klemmen 17 en 18.
2) Sluit de kabels aan op de cellen.
3) Programmeer P4=2.
4) Voer de zelfprogrammering opnieuw uit (zie § 4.3).
► Reflex-cellen - Fig. 18
1) Verwijder de brug tussen de klemmen 17 en 18.
2) Sluit de kabels aan op de cellen.
3) Programmeer P4=1.
6.2.2. Oranje licht - Fig. 19
6.2.3. Videofoon - Fig. 20
6.2.4. Antenne - Fig. 21
Sluit de antennekabel aan op de klemmen 20 (kern) en 19 (vlecht).
6.2.5. Contactstrip - Fig. 22
Let op
De zelftest is verplicht voor het aansluiten van elke actieve contact-
strip zodat de installatie voldoet aan de geldende normen.
Contactstrip met zelftest ref. 9019611 : programmeer de parameter
"Px" = 2.
Hiermee kan een automatische test van de werking van de contactstrip
worden uitgevoerd bij elke beweging van het hek.
6.2.6. Accu 9,6 V - Fig. 23
Vertraagde werking: lage en constante snelheid (geen vertraging op
eindpunt), accessoires 24 V inactief (inclusief cellen).
Zelfstandigheid: 3 cycli / 24 u
6.2.7. Zoneverlichting - Fig. 24
Verbind, voor een verlichting van Klasse I, de aardingsdraad met de
aardingsklem van de grondplaat.
Let op
In geval van losrukken, moet de aardingsdraad altijd langer zijn
dan de fasedraad en de nulleider.
De verlichtingsuitgang moet worden beschermd door een vertraag-
de zekering van 5A (niet meegeleverd).
Uitgangsvermogen van de verlichting:
• hetzij 5 compacte fluorescentie- of ledlampen
• hetzij 2 voedingseenheden voor laagspannings ledlampen
• hetzij 1 halogeenverlichting van max. 500 W
7. GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
7.1. Gebruik van de programmeringsinterface - Fig. 25
1) Druk op de toets "SET" om de instellingsmodus te openen.
De P0-led knippert 1 keer.
2) Druk op de toets "+" of "-" om de waarde van de instelling te veranderen.
De led knippert x keer om de geselecteerde waarde aan te geven.
3) Druk op de toets "SET" om de instelling te bevestigen en naar de
volgende instelling te gaan.
4) Druk 2 seconden op de toets "SET" om een waarde te bevestigen en de
instelmodus te verlaten.
De instel-leds zijn gedoofd.
NL
7