NL
BE
en de terugstroomklep (
nen de capaciteit reduceren.
Om de pompcapaciteit te vergroten, kan
de terugstroomklep (
(11) worden verwij derd (zie "Terugstroom-
klep vervangen"). Dit is in het bij zonder
raadzaam bij slangaansluitingen kleiner
dan 1". Houd er dan wel rekening mee,
dat het water eventueel terug kan stromen
bij het pompen of als de stroom uitvalt.
Installatie/ophangen
De pomp kan in het water geïnstal-
leerd of opgehangen worden. Om
de pomp op te hangen en/of uit te
trekken, kunt u het tot het leverings-
pakket behorende touw (12) gebrui-
ken.
Het pompkanaal dient minstens de afme-
tingen van 40 x 40 x 50 cm te hebben,
opdat de drij fschakelaar vrij kan bewegen.
Bevestig de nylonkabel (12) aan het trans-
porthandvat (1).
Let erop, het apparaat in
geen geval aan het netsnoer
vast te houden of op te han-
gen. Er bestaat gevaar voor
een elektrische schok door
beschadigde netsnoeren.
Let erop dat op de kanaalbodem
na verloop van tij d vuil en zand
zich kunnen ophopen, wat de pomp zou
kunnen beschadigen.
Wij adviseren om de pomp op een tegel of
rooster op te stellen.
Bij een te lage waterspiegel kan het in het
kanaal gesitueerde slij k snel indrogen en be-
letten dat de pomp start.
52
10) kun-
10) uit de adapter
Kontroles voor
ingebruikname
• Controleer de werking van de
drij fschakelaar (zie „Bediening").
• Kontroleer of de pomp op de schacht
staat.
• Kontroleer of de persleiding is aange-
bracht zoals voorgeschreven.
• Kontroleer de toestand van het stopcon-
tact (beveiligd minstens 6 A, Residual
Current Device).
• Zorg ervoor dat er nooit vocht of wa-
ter in het stopcontact kan komen. Er
bestaat gevaar voor een elektrische
schok.
• Het minimale waterpeil bij de inbedrijf-
stelling moet 50 mm bedragen.
Bediening
Netaansluiting
De door u aangekochte pomp is reeds van
een randaardestekker voorzien.
De helderwater dompelpomp is ontworpen
voor aansluiting op een geaard stopcon-
tact met aardlekschakelaar (Residual Cur-
rent Device) met 230 V ~ 50 Hz.
Neem het apparaat pas na inacht-
neming van alle voorgaande pun-
ten in gebruik.
In- en uitschakelen
1. Steek de netstekker in de contactdoos.
De pomp start onmiddellij k.
De pomp start meteen op, wanneer de
vlotterschakelaar zich in de juiste posi-
tie bevindt (zie "Automatische werking"
en "Handmatige werking").
2. Om uit te schakelen, trekt u de stekker uit
de contactdoos. De pomp schakelt uit.